This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
De parlementaire democratie 3.6
Slide 1 - Slide
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je uitleggen:
Hoe het zit met de rechten van de mensen?
Wat trias politica is.
Hoe je invloed kan hebben op de politiek.
Slide 2 - Slide
Een Kamerlid wil graag dat een minister in zijn wetsvoorstel een wijziging aanbrengt. Van welk recht maakt het Kamerlid gebruik?
A
Recht van interpellatie.
B
Recht van amendement.
C
Stemrecht.
D
Recht van initiatief.
Slide 3 - Quiz
Welke uitspraken over de Eerste Kamer zijn juist? 1. De Eerste Kamer mag wetsvoorstellen veranderen. 2. De Eerste Kamer stemt als eerste over een wet. 3. De leden van de Eerste Kamer worden indirect gekozen. 4. Er zijn 75 Eerste Kamerleden.
A
1 en 2
B
1 en 4
C
2 en 3
D
3 en 4
Slide 4 - Quiz
Zijn de uitspraken juist of onjuist? 1. De Tweede Kamer stemt over wetsvoorstellen. 2. De ministers stemmen over de wetsvoorstellen van de Tweede Kamer.
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist
Slide 5 - Quiz
Welke zinnen zijn juist? 1. De Tweede Kamer neemt een wetsvoorstel aan als de meerderheid vóór stemt. 2. De Tweede Kamer controleert of de ministers alle plannen goed uitvoeren.
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist
Slide 6 - Quiz
Een belangrijke taak van de Tweede Kamer is de ministers controleren
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
Wat is belangrijk in een democratie?
Slide 8 - Mind map
Kenmerken parlementaire democratie
Er zijn vrije en geheime verkiezingen en er is algemeen kiesrecht
De politieke macht ligt, namens de burgers, bij hij het parlement (Eerste en Tweede Kamer)
Elk besluit wordt genomen met een meerderheid van de stemmen
Er is een grondwet
Er is sprake van 'scheiding der machten" ofwel een Trias politica
Slide 9 - Slide
De scheiding der machten
Slide 10 - Slide
Welke machten?
Trias Politica
Slide 11 - Slide
Verdeling van de macht
Waarom?
Maakt absolutisme en dictatuur onmogelijk
Voorkomt onrechtvaardigheid
Checks and balances: Verschillende machten controleren elkaar en ‘houden elkaar scherp’.
Slide 12 - Slide
Trias Politica
(Driemachtenleer)
Slide 13 - Slide
Wetgevende:
Regering en parlement gaan over de wetgeving in Nederland.
Regering = koning + ministers
Parlement = Eerste en Tweede Kamer
Minister komt met wetsvoorstel, parlement besluit of het goedgekeurd wordt!!
Slide 14 - Slide
Uitvoerende:
Ministers zorgen ervoor dat de wetten goed worden uitgevoerd.
Geven opdrachten en richtlijnen aan ambtenaren of gemeentes!
Slide 15 - Slide
Rechterlijke macht:
De rechters..... Kijken of iemand de wet heeft overtreden
Onafhankelijk...
Overheid moet zich zelfs houden aan wat de rechter zegt!
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Er is een grondwet
Er is een grondwet. Hieronder zie je een paar artikelen van de grondwet. Dit zijn allemaal grondrechten of mensenrechten.
Daarnaast heb je ook plichten,
zoals de plicht om belasting
te betalen.
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Video
Slide 21 - Video
Slide 22 - Slide
Pressiegroepen
Groepen die druk uitoefenen op politici om ze voor hun standpunten te winnen
Belangrijke manieren = lobbyen en actievoeren
1. Belangenorganisaties -> komen op voor belangen van bepaalde groep in de samenleving (vakbonden & werkgeversorganisaties = sociale partners) ANWB, LAKS etc.
Slide 23 - Slide
3.7 Gemeente en provincie
Slide 24 - Slide
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je uitleggen:
Hoe de macht is verdeeld in de gemeente en de provincie.
Benoemen wat de taken zijn van de gemeente en provincie.
Uitleggen hoe politici in de gemeente en provincie worden gekozen.
Verschillende manieren noemen waarop burgers invloed uit kunnen oefenen op de politiek
Slide 25 - Slide
Heeft Spijkenisse meer of minder inwoners dan 60.000?
meer
minder
Slide 26 - Poll
Hoeveel gemeenten heeft Nederland?
12
52
154
285
344
487
687
877
965
1245
Slide 27 - Poll
Slide 28 - Video
Wie zijn de volksvertegenwoordigers in de gemeente?
A
Wethouders
B
Burgermeester
C
Gemeenteraad
D
Tweede Kamer
Slide 29 - Quiz
Wie zijn de bestuurders in een gemeente?
A
Gemeenteraad
B
B&W
C
Wethouders
D
Ministers
Slide 30 - Quiz
Wie kies je bij verkiezingen?
A
Burgemeester
B
Gemeenteraad
C
Wethouders
D
Statenleden
Slide 31 - Quiz
Slide 32 - Video
Taken van de gemeente
Onder andere:
burgerzaken
orde en veiligheid
Economie
Zorg
Verkeer
Milieu
Slide 33 - Slide
Wat is de hoofdtaak van het College van B & W?
A
Bepalen wat de gemeentraad moet uitvoeren
B
deze zorgen dat het geld opgemaakt wordt
C
Deze voeren het beleid uit dat de gemeenteraad gemaakt heeft
D
Deze hebben veel overleg met de Tweede Kamer
Slide 34 - Quiz
0
Slide 35 - Video
Noem minimaal 2 dingen die de gemeente beslist
Slide 36 - Mind map
gemeente
college van B en W
gemeenteraad
dagelijks bestuur
[
burgemeester
leidt vergaderingen, openbare orde, sollicitatie → benoemd voor 6 jaar
elk een eigen werkterrein
wethouders
volks-vertegenwoordigers
stemmen over besluiten
controleren van B en W
Slide 37 - Slide
Vul de begrippen op de juiste plek in de tekst in.
In nederland hebben alle gemeente een eigen De mensen die daarin zitten zijn de Zij beslissen wat er moet gebeuren in de gemeente. De raadsleden horen allemaal bij een politieke . Iedereen vind andere dingen belangrijk. Nederland is een democratie dat betekend dat je mag op wie je wilt. Hoe meer stemmen een partij krijgt hoe meer ze voor het zeggen hebben.
Stemmen
gemeenteraad
partij
raadsleden
Slide 38 - Drag question
provincies
Er zijn 12 provincies in Nederland.
Slide 39 - Slide
de provincie
zaken die te groot zijn voor een gemeente, maar waarbij het ook niet handig is om ze landelijk te regelen. Bv. nieuwe woonwijken
Slide 40 - Slide
Provinciale Staten
Gedeputeerde Staten
commissaris van de Koning
{
voorzitter vergaderingen
Elk een eigen werkterrein.
Dagelijks bestuur
Volksvertegenwoordiging.
Stemmen over besluiten.
Controleren GS
]
Gekozen: 1x in de 4 jaar
Kiezen de Eerste Kamer
Slide 41 - Slide
Slide 42 - Video
Slide 43 - Video
Door wie worden de gedeputeerde Staten Benoemd?
A
Door de Nederlander die kiest
B
Door de Provinciale Staten
C
Door de Commissaris van de Koning
D
Door de Eerste Kamer
Slide 44 - Quiz
Welke bestuurslaag heeft de meeste macht?
Zet van links naar rechts.
Provincie
Rijksoverheid
Gemeente
Slide 45 - Drag question
Aan de slag
§3.6: 2, 9, 12, 13
§3.7: 3, 5, 6, 9, 11, 12
Maken samenvatting wb blz. 60, 61 en begrippenlijst blz. 62 en 63
Voor als je het nog niet gemaakt had: H1 samenvatting blz. 16 en 17 Begrippenlijst blz. 17