Wanneer verwijs je met 'wie'?
Als je terug verwijst naar een persoon, gebruik je wie. Je moet dan wel een voorzetsel voor wie kunnen denken/schrijven
Hij is iemand, wie ik niet vertrouw. (Die mag hier ook en is gebruikelijker.)
De jongen wie ik niet vertrouw. (Die mag hier ook en is gebruikelijker.)
Na een voorzetsel verwijs je met wie naar personen.
Dat is de jongen op wie ik niet vertrouw. (niet: waarop)
Dat is de jongen met wie ik heb samengewerkt. (niet: waarmee)