Werkwoordspelling, onderwerp en creatief schrijven les 2

1 / 13
next
Slide 1: Video
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Slide 2 - Slide

Werkwoordspelling, onderwerp en creatief schrijven

Slide 3 - Slide

Leerdoel
Je hebt inzicht hoe goed je de regels van werkwoordspelling in de tegenwoordige tijd en het onderwerp beheerst.
Je hebt verder kunnen werken aan je verhaal.

Slide 4 - Slide

Deze les
D-toetsje werkwoordspelling en onderwerp
creatief schrijven

Slide 5 - Slide

Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
ik-vorm 
Ik loop / Ik word
Loop! Word!
Loop je? Word je?

ik-vorm+ t
Hij loopt / Hij wordt / Jij wordt

Slide 6 - Slide

Onderwerp
Wie/wat + alle werkwoorden?

Op de tafel staat een meisje.
Wie/wat staat?
een meisje = onderwerp

Slide 7 - Slide

D-toetsje werkwoordspelling en onderwerp
Schrijf de juiste vorm van de persoonsvorm op.
Omcirkel het onderwerp wat bij de persoonsvorm hoort.

Slide 8 - Slide

Nakijken met een andere kleur!
schrijf op 
pv: (aantal fouten)
ow: (aantal fouten)

fout in pv: schrijf naast zin 'pv'
fout in ow: schijft naar zin 'ow'

Slide 9 - Slide

Meer dan 2 fouten pv?
Ga voor in de klas zitten. (Je zit dus niet volgens de plattegrond nu)


Slide 10 - Slide

Score
pv:
0 fout: geweldig!  Maak het werkblad met extra moeilijke zinnen. (Werkbladen categorie geel in Classroom)
1/2 fout: Je beheerst de regels waarschijnlijk nog niet helemaal. Nog een beetje oefenen. (Werkbladen categorie groen in Classroom) 
meer dan 2 fout: Je beheerst de regels nog niet voldoende. Je hebt nog een iets meer oefening nodig. (Werkbladen categorie paars in Classroom) 

ow:
meer dan 2 fout: Maak de extra opdrachten over zinsontleding in Classroom (Extra werk zinsontleding).

Slide 11 - Slide

Creatief schrijven

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide