Spelling - Werkwoordspelling (Engelse werkwoorden)

scannen
mailen
keepen
streamen
mixen
checken
1 / 11
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 8

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

scannen
mailen
keepen
streamen
mixen
checken

Slide 1 - Slide

Doel
Ik kan Engelse werkwoorden vervoegen in tegenwoordige en verleden tijd.

Slide 2 - Slide

scannen
scande(n)

mixen
mixte(n)

streamen
streamde(n)

Slide 3 - Slide

Ik kan werkwoorden vervoegen in tegenwoordige en verleden tijd.
tegenwoordige tijd
verleden tijd
ik
scan
scande
hij
scant
scande
wij
scannen
scanden
vdw.
ik heb gescand
scannen

Slide 4 - Slide

Ik kan werkwoorden vervoegen in tegenwoordige en verleden tijd.
tegenwoordige tijd
verleden tijd
ik
skate
skatete
hij
skatet
skatete
wij
skaten
skateten
vdw.
ik heb geskatet
skaten

Slide 5 - Slide

Ik kan werkwoorden vervoegen in tegenwoordige en verleden tijd.
tegenwoordige tijd
verleden tijd
ik
race
racete
hij
racet
racete
wij
racen
raceten
vdw.
ik heb geracet
racen

Slide 6 - Slide

keepen
Hij ... gisteren een topwedstrijd.

Slide 7 - Open question

stressen
Ik ... altijd bij rekenen.

Slide 8 - Open question

streamen
De video ... heel slecht. (vt)

Slide 9 - Open question

timen
Ik ... het rondje bij het wielrennen. (vt)

Slide 10 - Open question

Ik kan Engelse werkwoorden vervoegen in tegenwoordige en verleden tijd.
Makkie!
Ja, dat lukt wel.
Nog wel wat hulp nodig.
Ik begrijp er niets van!

Slide 11 - Poll