Examentraining : verschillende soorten vragen

Examentraining :  soorten vragen
1 / 26
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Examentraining :  soorten vragen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen: 
  • Kijken wat voor soort vragen er in het examen staan
  • Aanpak uitvogelen

Slide 3 - Slide

Wat doe jij als je een vraag
niet snapt?

Slide 4 - Mind map

Stappenplan

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Stap 1:Bepaal het onderwerp en de tekstsoort
  • Bekijk: titel, afbeeldingen, tussenkopjes, lay-out
  • Wat weet je al over het onderwerp? 
  • Soort tekst: advertentie, recensie, ingezonden brief, zakelijk artikel, nieuwsbericht, interview.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Stap 2: Bepaal de soort vraag
  • Ga vraag voor vraag door de tekst
  • Als de vraag bv. over alinea 1 gaat, lees dan alleen alinea 1 en beantwoord daarna meteen de vraag
  •  Markeer: namen, belangrijke woorden, signaalwoorden
  • Zoek onbekende woorden alleen op als ze nodig zijn om de vraag te beantwoorden.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Stap 3: Kies je antwoord: meerkeuzevragen:
  1. Lees de vraag en zoek de bijbehorende tekst op
  2. Markeer de belangrijke (signaal)woorden
  3. Bepaal je eigen antwoord, welk antwoord op de toets past daar het beste bij?
  4. Streep de foute antwoorden weg.
  5. Let op de details die in de antwoorden staan, waarin verschillen ze?

Slide 11 - Slide

Stap 3: Kies je antwoord: meerkeuzevragen:
6. Kies je antwoord (het moet kloppen met hoe het in de tekst staat!)

  • Ga één voor één de vragen af. 
  • Probeer de grote lijn van de tekst in de gaten te houden.
  • Denk na over wat de bedoeling van de schrijver is (overtuigen? informeren? amuseren?)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Signaalwoorden
Deze moet je gewoon kennen!

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Verschillende vragen
  • In je eindexamen komen verschillende soorten vragen voor.
  • Verreweg de meeste zijn meerkeuzevragen 
  • Je hebt ook nog citeer vragen
  • Open vragen 
  • volgorde vragen 
  • wel/ niet vragen - juist/onjuist 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Welke lijken makkelijk
maar zijn dit niet altijd?

Slide 18 - Mind map

Slide 19 - Slide

Citeer vragen 
Bij een citeer vraag moet je letterlijk iets overschrijven uit de tekst. 
Dit kunnen een aantal woorden zijn, een gedeelte van een zin of een zin. 

Je moet altijd precies doet wat er gevraagd wordt dus lees de vraag goed. 

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Open vragen 
Bij een open vraag moet je zelf het antwoord in de tekst zoeken. Meestal wordt duidelijk aangegeven waar je moet zoeken maar dit zal niet altijd zo zijn. 

Lees een open vraag goed, kijk welke info je uit de vraag kunt halen, en zoek in de tekst naar het antwoord. 

Slide 22 - Slide

juist/ onjuist vragen 
De juist/onjuist en waar/niet waar vragen kun je zelf checken in de tekst. Deze vragen moet je daarom heel goed lezen en daarna kijken in de tekst of het echt zo in de tekst staat. 

Vaak staat bij deze vragen niet aangegeven in welke alinea / regel je het antwoord kunt vinden dus het kost wat zoekwerk. 

Slide 23 - Slide

Volgorde vragen 
Er zijn ook vragen waarbij je moet bepalen wat de volgorde is. Dit kan zijn de volgorde van de tekst die je gelezen hebt of de volgorde van de gebeurtenissen in een tekst. 

Je moet hiervoor wel de hele tekst lezen. Wanneer je na het lezen bent vergeten wat de volgorde ook alweer was kan je ook nog de 1e en laatste zin van een alinea lezen. 

Slide 24 - Slide

Practice: 
We oefenen met een aantal teksten de verschillende soorten vragen. 

examenbundel 53 tm 60

De antwoorden staan op pagina 61:)

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide