Duits 11-15 januari 2021

Dienstag 12. Januar 2021
09:50 - 10:35
1 / 18
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Dienstag 12. Januar 2021
09:50 - 10:35

Slide 1 - Slide

Afspraken tijdens de les

Slide 2 - Slide

Was machen wir heute?
- Rückblick
- Lernziel
- Grammatik: het geslacht van zelfstandig naamwoorden
- Selbständig arbeiten
- Hausaufgaben

Slide 3 - Slide

Rückblick
Was wisst ihr noch?

Heute ist es ................ Morgen ist es .................. in vier Tagen ist es ................ und vorgestern war es ..................

Es ist fünfzehn Uhr.                   = 
Es ist zehn nach halb zehn.   =
Es ist Viertel vor sieben.          = 

Slide 4 - Slide

Lernziel 

- Je kunt de woorden van de Lernliste N-D actief gebruiken.
- Je kunt eenvoudige fragmenten over school begrijpen.
- Je kunt de hoofdlijnen van een tekst over bijzondere           schoolvakken begrijpen.

Slide 5 - Slide

Het geslacht van zelfstandig naamwoorden
Er zijn een aantal ezelsbruggetjes om te onthouden welk lidwoord een zelfstandig naamwoord krijgt.

Maak van de volgende dia's aantekeningen.

In de Lernliste kun je de verschillen ook herkennen aan de kleur van het woord. Blauw, rood of groen


Slide 6 - Slide

der (mannelijk)
Der - mannelijke persoons- en diernamen

de leraar - der Lehrer
de man - der Mann
de stier - der Stier

Slide 7 - Slide

die (vrouwelijk) en meervoud
- vrouwelijke persoons- en diernamen
de lerares - die Lehrerin    de vrouw - die Frau      de koe - die Kuh

- dingen die eindigen op een -e
die Adresse, die Toilette, die Lampe, die Schule

- Alle meervouden krijgen het lidwoord die       die Stunden

Slide 8 - Slide

das (onzijdig)
Veel het-woorden in het Nederlands zijn in het Duits das-woorden.

het kind - das Kind
het boek - das Buch
het huis - das Haus

Woorden die eindigen op -chen  
das Mädchen   das Brötchen

Slide 9 - Slide

Selbständig arbeiten
Je gaat zelfstandig aan de slag met de volgende opdrachten:
Aufgabe: 18, 19, 21 und 23.


Je maakt de opdrachten online!

Als je klaar bent ga je slim stampen.
timer
10:00

Slide 10 - Slide

Het is das Haus omdat je in het Nederlands het huis zegt
A
richtig
B
falsch

Slide 11 - Quiz

Het is die Kuh omdat je niet het koe zegt.
A
richtig
B
falsch

Slide 12 - Quiz

Frage is waarschijnlijk die Frage omdat het eindigt op een -e
A
richtig
B
falsch

Slide 13 - Quiz

Het is die Oma omdat het een vrouwelijk persoon is
A
richtig
B
falsch

Slide 14 - Quiz

Waarom is het der Junge? Het eindigt toch op een -e
A
Het is een uitzondering
B
het is een mannelijk persoon

Slide 15 - Quiz

Het is die Freunde omdat:
A
het is vrouwelijk
B
het eindigt op een -e
C
het is meervoud

Slide 16 - Quiz

Für nächste Woche:

Machen: 
De opdrachten uit de les die je nog niet af hebt (18, 19, 21 und 23)
Aufgabe 13, 14, 16 und 25 (online)

Lernen: Lernliste

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide