N4 procenten les 3.1

N4 procenten les 3.1 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

N4 procenten les 3.1 

Slide 1 - Slide

Wat weet je over rekenen met procenten?

Slide 2 - Open question

Breuk
Kommagetal
Procent
0,75
0,70
0,50
0,40
50%
40%
70%
75%
1/2
3/4
2/5
7/10

Slide 3 - Drag question

Les 3.1 Procenten herkennen
  1. Percentages in deel-geheelsituaties herkennen en begrijpen
  2. Percentages bij toe- en afname herkennen en begrijpen
  3. Situaties waarin je percentages moet vergelijken herkennen en begrijpen.

Slide 4 - Slide

Na deze les kun je:
  1. Percentages in deel-geheelsituaties herkennen en begrijpen
  2. Percentages bij toe- en afname herkennen en begrijpen
  3. Situaties waarin je percentages moet vergelijken herkennen en begrijpen.


 

Slide 5 - Slide

Deel 1
Percentages in deel-geheelsituaties herkennen en begrijpen

Slide 6 - Slide

PERCENTAGES
  • Procent betekent letterlijk 'van de 100'. 1 procent betekent dus 1 van de 100 en 100 procent is 100 van de 100.
  • Vaak wordt gezegd: '100% is alles'. Maar let op, kijk steeds goed wat je dan bedoelt.
  • Heb je te maken met verandering in percentages, dan geldt: 100% is het totaal of geheel waar je van uitgaat, voordat er iets afgaat of bij komt

Slide 7 - Slide

Prijs inclusief btw
  • Je koopt een nieuwe laptop. In de winkel staat de prijs exclusief btw. De btw is 21%. 
  • Vraag jezelf wat de 100% is?
  • De prijs exclusief btw is 100%. Daar komt 21% bij, dus de prijs inclusief btw is 121%.

Slide 8 - Slide

Prijs inclusief btw
  • Uitrekenen met de verhoudingstabel

  • of:

  • Formule: 
  • Prijs excl. btw: 100 x 121

Slide 9 - Slide

Prijs exclusief btw
  • Uitrekenen met de verhoudingstabel

  • of:

  • Formule: 
  • Prijs incl. btw: 121 x 100

Slide 10 - Slide

Prijs na korting
  • Je koopt een nieuwe fiets. In de winkel staat dat je 25% korting krijgt.  
  • Vraag jezelf wat de 100% is?
  • De prijs voor korting is 100%. Daar gaat 25% van af, dus de prijs na korting is 75%.

Slide 11 - Slide

Een groepje studenten heeft een discussie over prijzen met en zonder btw. De fiets kost € 1.000 exclusief btw. De btw is 21%.

Welke twee uitspraken zijn juist?
A
Met btw kost de fiets ong. € 1200,-
B
Met btw kost de fiets ong. € 800,-
C
Als je 21% korting krijgt op de prijs incl. btw, betaal je € 1000,-
D
Als je 21% korting krijgt op de prijs incl. btw, dan betaal je minder dan € 1000,-

Slide 12 - Quiz

Deel 2
Percentages bij toe- en afname herkennen en begrijpen

Slide 13 - Slide



Procentuele toe- of afname

Slide 14 - Slide

Je rekent een verhoging uit met de formule-> deel : geheel x 100
5 %

8 %
6 %
7 %
€ 2000,-
     +
€ 100,-
€ 1000,-
      +
€ 80,-
€ 1200,-
      +
€ 72,-
€ 1400,-
       +
€ 98,-

Slide 15 - Drag question

Deel 3
  • Situaties waarin je percentages moet vergelijken herkennen en begrijpen

Slide 16 - Slide

Vergelijken met percentages
  • Als je situaties met procenten wilt vergelijken, zie je soms 'op het oog’ al wat meer of minder is
  • Welk aanbieding is goedkoper?
  • Aanbieding 1: € 200 exclusief 21% btw (je moet inclusief btw betalen)
  • Aanbieding 2: € 250 met 20% korting.
  • Als je 'op het oog' vergelijkt, redeneer je als volgt:
  • Aanbieding 1: tel er een vijfde bij op: € 200 + € 40 = € 240
  • Aanbieding 2: trek er een vijfde van af: € 250 – € 50 = € 200
  • Aanbieding 2 is goedkoper.


Slide 17 - Slide

Opdracht 10 in Rekenblokken
Wereldwijd zijn de aankomsten van toeristen de afgelopen periode enorm gedaald. Hiernaast zie je de absolute getallen.

Schat de procentuele afname en sleep het antwoord naar de juiste plaats. Gebruik de formule:
oud - nieuw : oud x 100

Slide 18 - Slide

Opdrachten maken in de online omgeving

Slide 19 - Slide

Stel je voor dat je een boormachine koopt van 350 euro inclusief 21% BTW. Hoe duur is de boormachine exclusief BTW?

Slide 20 - Open question

Lesafsluiting: doelen behaald?
Ik kan percentages in deel-geheelsituaties herkennen en begrijpen
Ik kan percentages bij toe- en afname herkennen en begrijpen
Ik kan situaties waarin je percentages moet vergelijken herkennen en begrijpen.

Slide 21 - Poll

Ik heb geconcentreerd kunnen werken
Ja
Redelijk
Nee

Slide 22 - Poll

Dit heb ik geleerd

Slide 23 - Open question

Dit wil ik nog leren

Slide 24 - Open question