Themales 2.5

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

Themales 2.5

gelukkige procenten

Vorige les 2.4

Paralympische spelen

verhoudingstabel

Rekendoelen

Je herkent en begrijpt percentages in deel- geheel situaties;

Je herkent en begrijpt percentages bij toe- en/ of afname;

Je herkent en begrijpt percentages in situaties waarin je percentages moet vergelijken.

In welke situaties in het dagelijks leven kom je procenten tegen?

Procent

Procent betekent letterlijk 'van de 100'.

1 procent betekent dus 1 van de 100 en 100 procent is 100 van de 100.

Vaak wordt gezegd: '100% is alles'. Maar let op, kijk steeds goed wat je dan bedoelt.

Heb je te maken met verandering in percentages, dan geldt: 100% is het totaal of geheel waar je van uitgaat, voordat er iets af gaat of bij komt.

Een laptop kost inclusief 21% btw € 598,95
Wat kost de laptop zonder btw?

BTW

De prijs inclusief btw is 121%.

De prijs exclusief btw is 100%.

Terugrekenen naar 100%:

598,5 : 121 × 100 = 495

De prijs exclusief 21% btw is € 495.

Deel van geheel

Hoe groot een deel van een geheel is, geef je aan met een percentage, een breuk of een kommagetal.

In 2021 waren er 999.180 studenten binnen het mbo en hbo.
Van deze groep was 51% ingeschreven bij het mbo.
Hiervan was 49% van het vrouwelijk geslacht.
En daarvan kwam 6,6% uit Utrecht.
Hoe groot is het aantal vrouwelijke mbo-studenten uit Utrecht?

deel van geheel

Schatten: de helft van 1 miljoen is 500.000 studenten.

deze groep mbo-studenten bestond voor 49% uit vrouwen.

Let op: Je moet dus weten wat 49% van 500.000 studenten is.

Schatten: de helft van 500.000 studenten is 250.000 studenten.

Daarvan kwam 6,6% uit Utrecht. 

Let op: Je moet dus weten wat 6,6% van 250.000 studenten is.

Schatten:

1% van 250.000 = 2.500

5% van 250.000 = 250.000 : 20 = 12.500

6% van 250.000 = 12.500 + 2.500 = 15.000

Toename:

btw

rente

winst

Afname:

korting

krimp
(bijvoorbeeld krimp van de bevolking, economie of luchtvaart)

Toe- of afname van een geheel in %

Romy zegt dat geld gelukkig maakt als je het gebruikt om er iets leuks mee te doen. Daarom heeft zij besloten elke maand 10% van haar inkomsten te besteden aan ontspanning.

1. Hoe hoger haar inkomsten zijn, des te groter het bedrag van 10% is
2. 10% is hetzelfde als 10 van de 100
3. Om uit te rekenen wat 10% is vermenigvuldig ik de inkomsten met 10
4. Als haar inkomen stijgt, stijgt ook het percentage om te besteden aan ontspanning

Aan de slag (30 min)

Opdrachten themales 2.5

Klaar? test jezelf

Hoe gingen de thema opgaven?

😒🙁😐🙂😃

Volgende les

Themales 2.6

In de keuken

(inhoud)