This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Communicatie
Verbale communicatie
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
Wat gaan we doen vandaag...
Aan het einde van de les...
... kun je uitleggen wat verbale communicatie is.
... weet je hoe verbale communicatie in te zetten via chat, e-mail en telefonie.
... kun je het belang van heldere en duidelijke taal uitleggen en deze toepassen.
Slide 3 - Slide
Vertel de studenten de leerdoelen van de les.
Wat weet je al over verbale communicatie via chat, e-mail en telefonie?
Slide 4 - Mind map
This item has no instructions
Verbale communicatie
Verbale communicatie verwijst naar de overdracht van informatie, ideeën, gedachten en gevoelens door middel van gesproken woorden. Het omvat het gebruik van taal, gesproken of geschreven, om een boodschap over te brengen van de ene persoon naar de andere. Bij verbale communicatie zijn er doorgaans minstens twee partijen betrokken: een zender, die de boodschap uitzendt, en een ontvanger, die de boodschap ontvangt en interpreteert.
Slide 5 - Slide
Leg de definitie van verbale communicatie uit.
Opdracht - Verbale communicatie via chat
Waar moet je rekening mee houden bij verbaal communiceren via de chat? Schrijf in jouw opdrachten overzicht.
Slide 6 - Slide
This item has no instructions
Opdracht - Verbale communicatie via e-mail
Waar moet je rekening mee houden bij verbaal communiceren via de e-mail?
Slide 7 - Slide
This item has no instructions
Opdracht - Verbale communicatie via telefonie
Waar moet je rekening mee houden bij verbaal communiceren via de telefonie?
Slide 8 - Slide
This item has no instructions
Conclusie
Het is belangrijk op te merken dat verbale communicatie in elk van deze vormen afhankelijk is van de vaardigheden van de deelnemers, zoals duidelijk spreken, luisteren en effectieve formulering van gedachten. Daarnaast kunnen sociale en culturele factoren van invloed zijn op de manier waarop communicatie plaatsvindt in elke specifieke context.
Slide 9 - Slide
This item has no instructions
Tips voor effectieve verbale communicatie
1. Wees duidelijk en beknopt
2. Stel vragen om misverstanden te voorkomen
3. Luister actief
4. Pas je taalgebruik aan aan je gesprekspartner
5. Wees beleefd
Slide 10 - Slide
Geef de studenten handige tips voor effectieve verbale communicatie.
Voorbeeld: Slechte communicatie
Een voorbeeld van slechte communicatie is het gebruik van vakjargon of langdradige e-mails. Hierdoor kan de boodschap niet goed worden begrepen.
Slide 11 - Slide
Geef de studenten een voorbeeld van slechte communicatie en leg uit waarom dit niet werkt.
Voorbeeld: Goede communicatie
Een voorbeeld van goede communicatie is het gebruik van eenvoudige taal en het actief luisteren naar de gesprekspartner. Hierdoor wordt de boodschap goed begrepen en kunnen misverstanden worden voorkomen.
Slide 12 - Slide
Geef de studenten een voorbeeld van goede communicatie en leg uit waarom dit werkt.
Conclusie
Heldere en duidelijke taal zorgt ervoor dat de boodschap goed overkomt en misverstanden worden voorkomen. Het voorkomt ook dat er tijd en geld verloren gaat door onnodige communicatie.
Slide 13 - Slide
This item has no instructions
Samenvatting
Verbale communicatie via chat, e-mail en telefonie is belangrijk in de zakelijke wereld. Door effectieve communicatie met heldere en duidelijke taal kunnen misverstanden worden voorkomen en kan tijd en geld worden bespaard.
Slide 14 - Slide
Maak een samenvatting van de les en herhaal de belangrijkste punten.
Reflectie
Schrijf in 30 woorden een korte reflectie over wat je hebt geleerd en hoe je dit in jouw toekomstige baan gaat toepassen.
Slide 15 - Slide
Laat de studenten in groepjes oefenen met het schrijven van een e-mail waarbij ze de geleerde tips toepassen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 16 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 17 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 18 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.