A1. Informatie uit bronnen
• Wat is het doel van het geschrevene?
• Hoe zijn woorden en illustraties/afbeeldingen gekozen?
• Wat is de bredere context van het geschrevene?
Waar, wanneer en door wie is de informatie tot stand gekomen? Op welke wijze zijn
informatiebronnen verzameld? Denk daarbij bijvoorbeeld aan selectiecriteria of referentiekader.
Hoe zijn informatiebronnen weergegeven? Denk daarbij bijvoorbeeld aan toepassing van
journalistieke principes als het hoor en wederhoor, scheiding van feiten en commentaar, streven
naar objectiviteit, juiste weergave van feiten, citaten en het checken van bronnen.