Adverbs en adjectives

1 / 27
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Today
Adverbs en Adjectives 
Aan de slag 

Slide 2 - Slide

Huiswerk van woensdag
Maak en neem mee (je doet dit dus voor de les)

blz 101 opdr 1
vanaf blz 104 opdr 2 t/m 6
Neem ook je boek en je mail van opdr 23a mee: De verbeterde versie




Slide 3 - Slide

Adverbs  Adjectives  

Slide 4 - Slide

Adverbs & Adjectives
Bijwoord / adverb

- ly
bijvoegelijk naamwoord / adjective
says something about a verb, adverb or adjective


says something about a noun 

Used after the verbs: to be, seem, look, appears, feel, smells.
this engine works terrifically

He is a terribly nice person
He is a nice person

He looks nice.

Slide 5 - Slide

Adverb of adjective?
- Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

- Een bijwoord kan iets zeggen over een werkwoord.

- Een bijwoord kan iets zeggen over een bijvoeglijk naamwoord.

- Een bijwoord kan iets zeggen over een ander bijwoord.


Slide 6 - Slide

Hoe maken we een adverb?
Bij een adverb komt -ly achter het woord te staan:
- beautiful > beautifully

Er zijn natuurlijk ook uitzonderingen op deze regel!
-le krijgen -ly in plaats van -le                                             adorable - adorably
medeklinker + y krijgen- ily in plaats van -y                  heavy - heavily
-ic krijgen -ally erachter                                                         automatic - automatically


Slide 7 - Slide

Adverbs & adjectives spel
Lees de zin, verzin een leuk adverb of adjective die past in de zin en schrijf hem in het wordweb.

Slide 8 - Slide

I am a/an .... dancer.

Slide 9 - Mind map

Which adverb or adjective was the best?

Slide 10 - Mind map

Philip sings ... in the shower.

Slide 11 - Mind map

Which adverb or adjective was the best?

Slide 12 - Mind map

I feel ... about what happened.

Slide 13 - Mind map

Which adverb or adjective was the best?

Slide 14 - Mind map

That woman is ... pretty.

Slide 15 - Mind map

Which adverb or adjective was the best?

Slide 16 - Mind map

He smiled ...

Slide 17 - Mind map

Which adverb or adjective was the best?

Slide 18 - Mind map

He is a/an ... man.

Slide 19 - Mind map

Which adverb or adjective was the best?

Slide 20 - Mind map

She seems very ... today.

Slide 21 - Mind map

Which adverb or adjective was the best?

Slide 22 - Mind map

This lesson is ...

Slide 23 - Mind map

Which adverb or adjective was the best?

Slide 24 - Mind map

Naar welke soort woorden kan een bijwoord verwijzen?

Slide 25 - Open question

Naar welk soort woorden verwijst een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 26 - Open question

Aan de slag
Blz 109 opdr 7 en 9 
blz 113 opdr 11 t/m 16

Slide 27 - Slide