TK1c - Monday 10 Oct. - unit 2.2: A/AN & meervoud

Welcome TK1c!
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welcome TK1c!

Slide 1 - Slide

Planning:
  • short talk
  • Video
  • grammar: articles
  • grammar: plural
  • do: ex.  2, 6, 7, 8 (unit 2.2)
  • Homework for tomorrow: download Google Chrome op je laptop en neem deze mee! 

Slide 2 - Slide

Kijk goed naar het filmpje..
....met wat kan je dit vergelijken in het Nederlands?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Hoe nomen we a & an in het Nederlands?

Slide 5 - Mind map

lidwoord: een
een fiets
een jongen
een tafel
een stad
etc.

Slide 6 - Slide

a & an
Wanneer gebruik je a?
Je gebruikt a als het zelfstandig naamwoord met een MEDEKLINKER UITSPRAAK begint (dus je hoort een medeklinker):
voorbeelden: - a woman
- a plane     - a university  (je zegt: JOENUVUSITY)  - a uniform (je zegt: JOENIFOM)

Slide 7 - Slide

an
Wanneer gebruik je an?
Je gebruikt an als het zelfstandig naamwoord met een KLINKER UITSPRAAK begint (dus je hoort een klinker):
- an apple
- an elephant
- an hour (je zegt: AOUWE, dus je hoort een klinker vooraan)

Slide 8 - Slide

I have bought....book.
A
an
B
a

Slide 9 - Quiz

He has ... Iphone.
A
an
B
a

Slide 10 - Quiz

She's wearing ... uniform.
A
a
B
an

Slide 11 - Quiz

They left ... hour ago.
A
a
B
an

Slide 12 - Quiz

Plural!
listen to my examples!

Slide 13 - Slide

Plural (=meervoud)
Er komt en S of een ES achter het woord.
Bij veel woorden komt er een S achter:
one car - two cars
one girl - two girls
one bird - two birds

Slide 14 - Slide

Bij woorden die eindigen op s, ch, sh of x komt er een ES achter.
one bus - two buses
lunch -lunches
bush - bushes
box - boxes

Slide 15 - Slide

One bike - two ....
A
bike
B
bikes
C
biks
D
bikess

Slide 16 - Quiz

one glass - two ...
A
glass
B
glas
C
glasses
D
glasss

Slide 17 - Quiz

one lunch - two
A
lunch
B
lunche
C
lunchs
D
lunches

Slide 18 - Quiz

one box - two
A
box
B
boxes
C
boxs
D
boxe

Slide 19 - Quiz

one door - two
A
doors
B
doores
C
door
D
doorss

Slide 20 - Quiz