This lesson contains 13 slides, with interactive quiz and text slides.
Items in this lesson
Cours du 07-04
Slide 1 - Slide
Programme
- répéter(15 min)
- bez. voornaamwoord.
- Les devoirs: questions? ( 5 min)
- Bron A: lees- en luistertekst (15 min)
- Bron B: leestekst (15 min)
- afsluiting ( 5 min)
- Les devoirs ( 5 min)
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
Na de les kun je in het Frans aanduiden dat iets van jou is.
Na de les begrijp je woorden over dieren in het Frans en kun je een aantal opnoemen.
Na de les kun je in grote lijnen een Franse tekst begrijpen over een dieren opvang.
Slide 3 - Slide
Bezittelijk voornaamwoord
Korte herhaling
Slide 4 - Slide
Welke vorm van het bez. vnw ken jij nog?
Slide 5 - Mind map
De vormen
Let op de volgende dingen:
- Wanneer een woord met a, e, i, o, u, y begint >
mannelijke vorm
- Met 'son' en 'sa' > beide
'zijn', ondanks vrouwelijke vorm.
Slide 6 - Slide
Nu gaan jullie oefenen:
Kijk naar de volgende afbeelding. Werk in tweetallen. Zoek een online dobbelsteen op. Begin bij 'Départ' (hier staan beide pionnen al.)
Gooi de dobbelsteen: het aantal ogen bepaalt het bez. vnw. Vervang 'le frère' voor bijv. 'leur frère' als je 6 gooide. Goed: 1 vakje verder, fout: 1 vakje terug.
Wie bereikt als eerste het vakje 'fin'?
1: mijn
2: jouw
3: zijn/haar
4: onze
5: jullie / uw
6: hun
timer
5:00
Slide 7 - Slide
Les devoirs
Il y a des questions?
Slide 8 - Slide
Chapitre 1 > Chapitre 2
Slide 9 - Slide
Zelf werktijd:
Jullie gaan nu Bron B, een leestekst, maken.
Kijk eens mee.
Waar denk jij dat de tekst over zal gaan?
Bron B: leestekst, page 64-65
Slide 10 - Slide
Maintenant c'est à vous:
Faire Bron B: ex. 10a, b + 11a, b + 12 a,b
Klaar? slim stampen voca B
timer
25:00
Slide 11 - Slide
Afsluiting
Als ik wil zeggen dat het mijn dier is, zeg ik dat als volgt:
Ik kan nu 2 dieren opnoemen in het Frans, namelijk:
Ik kan in een zin samenvatten waar de tekst van paragraaf B over ging.