BAC-methode

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 4

Welkom in de Geschiedenisles!

Wat gaan we doen vandaag?

• Check
  
• Lesdoelen
• Bac-methode
• Oefenen
  
• Afsluiting  

Lesdoelen

Aan het eind van deze les:

• Weet je waar de afkorting BAC voor staat.

• Kun je het stappenplan van de BAC-methode uitvoeren op toets- en examenvragen. 

Ik heb actief geoefend thuis/in eigen tijd met opdrachten

1. Ja
2. Nee
3. Een beetje

Heb je de BAC-methode gebruikt?

1. Ja
2. Nee
3. Wat is de BAC-methode?

Historische vaardigheden 

• BAC-methode en antwoordstructuren
• Soorten bronnen
• Oorzaak-gevolg relaties
• Betrouwbaarheid-, representativiteit en bruikbaarheid van bronnen
• Beeldanalyse
• Chronologie (volgorde)
• Continuïteit en verandering 
• Standplaatsgebondenheid (begrip + eigen standpunt)

Examentaal

Verklaren: Verklaar hoe dat komt/ is ontstaan (oorzaken-gevolg)/ verbanden leggen

Beschrijven: benoem wat je ziet/ leest/ herkent/ hebt geleerd 

Beargumenteren: Leg uit

Let op: het aantal argumenten dat wordt gevraagd. Als er drie redenen worden gevraagd en je schrijft er vier op. Mogen alleen de eerste drie worden nagekeken. Ook al is de eerste fout en de vierde juist. 

BAC-methode

B = basis

Kijk naar de informatie uit de vraag --> onderstreep de jaartallen, begrippen, personen, gebeurtenissen die je hebt geleerd. 

Kijk naar informatie uit de bron  --> onderstreep de jaartallen, begrippen, personen, gebeurtenissen die je hebt geleerd. 

(Tijdscontext + plaatscontext) Stel de vraag: Wat vragen ze van je?  (omcirkelen!)

A = antwoord formuleren

Hoe moet je antwoord geven? (antwoordstructuren of een doe het zo?)

Benoem wat je hebt geleerd over dit onderwerp/begrippen, doe dit eerst op je kladblaadje!

Maak gebruik van de informatie uit de bron!

C= check
Lees de vraag nog eens goed door en check of het antwoord op papier staat.
Schrijf als conclusie in een enkele zin het antwoord op de vraag.
Dus ... check of je antwoord voldoet; juiste aantal argumenten/ invalshoek/ etc

1. Lees de vraag goed door (wat vragen ze van je?)

2. Herhaal een stuk van de vraag

3. Signaalwoord + uitleg

4. Verwijzing naar de bron (optioneel)

Vragen

B = basis

Wat betekenen de begrippen?  Welke moeilijke woorden staan er in de vraag?

Wie zijn de personen/groepen? Wat wilt deze persoon/groep?  

Wat weet ik over dit jaartal?  Bij welk tijdvak hoort dit? 

Waarom is deze gebeurtenis belangrijk?  

 In welk land speelt de vraag zich af? In welke tijd speelt de vraag zich af?  Wat vragen ze van mij?

A = antwoord formuleren

Is er een doe het zo? Moet ik antwoordstructuren gebruiken? Welk stuk ga ik herhalen? Heeft je antwoord juiste aantal argumenten/ invalshoek/ etc. 

C= check
Ben ik volledig geweest? Was de vraag moeilijk? Moet ik hem nog een keer bekijken? 

BAC-methode

B = basis

Kijk naar de informatie uit de vraag --> onderstreep de jaartallen, begrippen, personen, gebeurtenissen die je hebt geleerd. 

Kijk naar informatie uit de bron  --> onderstreep de jaartallen, begrippen, personen, gebeurtenissen die je hebt geleerd. 

(Tijdscontext + plaatscontext) Stel de vraag: Wat vragen ze van je? 

A = antwoord formuleren

Hoe moet je antwoord geven? (antwoordstructuren of een doe het zo?)

Benoem wat je hebt geleerd over dit onderwerp/begrippen, doe dit eerst op je kladblaadje!

Maak gebruik van de informatie uit de bron!

C= check
Lees de vraag nog eens goed door en check of het antwoord op papier staat.
Schrijf als conclusie in een enkele zin het antwoord op de vraag.
Dus ... check of je antwoord voldoet; juiste aantal argumenten/ invalshoek/ etc

1. Lees de vraag goed door (wat vragen ze van je?)

2. Herhaal een stuk van de vraag

3. Signaalwoord + uitleg

4. Verwijzing naar de bron (optioneel)

M4 - Opdrachten

• Pas de BAC-methode toe op examenvragen (3 minuten per vraag):

1. Onderstreep alles wat belangrijk is.
2. Formuleer een antwoord (ook als je het niet zeker weet!)
3. Controleer je antwoord door middel van je boek.
   

• Hiervoor gebruik je het oranje examenboekje
• Kies een onderwerp uit die jij moeilijk vind.
  

Beschrijf in het kort het je de BAC-methode moet gebruiken.

Afsluiting

Aan het eind van deze les:

• Weet je waar de afkorting BAC voor staat.

• Kun je het stappenplan van de BAC-methode uitvoeren op toets- en examenvragen. 

Fijne dag!

M3

M3 - Oriëntatie

• Begin aan de oriëntatie van het nieuwe hoofdstuk. (Lezen, maken van opdrachten). Pas de BAC-methode toe!

• Magister --> leermiddelen --> Feniks (LRN) --> themakatern Culturele- en mentale veranderingen in NL na 1945.
  

• Paragraaf - oriëntatie (blz. 4 t/m 7)
  

• Opdrachten: 1, 2, 3, 4, 5,
  

• Aan het einde wordt aan deze leerlingen teruggevraagd: waar gaat het volgende themakatern over?

M3 - Oriëntatie

• Begin aan de oriëntatie van het nieuwe hoofdstuk. (Lezen, maken van opdrachten). Pas de BAC-methode toe!

• Magister --> leermiddelen --> Feniks (LRN) --> themakatern Koude Oorlog
  

• Paragraaf - oriëntatie (blz. 4 t/m 7)
  

• Opdrachten: 1, 2, 3, 4, 5,
  

• Aan het einde wordt aan deze leerlingen teruggevraagd: waar gaat het volgende themakatern over?

M3 - Oriëntatie

• Begin aan de oriëntatie van het nieuwe hoofdstuk. (Lezen, maken van opdrachten). Pas de BAC-methode toe!

• Magister --> leermiddelen --> Feniks (LRN) --> themakatern Israël en de Arabische wereld.
  

• Paragraaf - oriëntatie (blz. 4 t/m 7)
  

• Opdrachten: 1, 2, 3, 4, 5,
  

• Aan het einde wordt aan deze leerlingen teruggevraagd: waar gaat het volgende themakatern over?

1914-1918

Israël en de Arabische wereld

Volkerenbond

Klaagmuur

Mcmahon-Hussain-correspondentie - 1915

Syles-Picot verdrag - 1916

Balfour verklaring - 1917

Israël en de Arabische wereld

Net na de Jom Kipoeroorlog

Na CD en na OK

Na de Camp David akkoorden en de Oslo akkoorden kregen de onderhandelaren de Nobelprijs voor de vrede. 

M4

Nederlands- Indie

WO II 42-45

Tijdens de Japanse bezetting:

Soekarno werkt samen met de Japanners

Interneringskampen (Jappenkampen)

Fascisme; nationalisme, terreur, dictatuur

Nederlanders in interneringskampen

Als je goed hebt bekeken welke kennis er van je wordt verwacht (A = accosieren) dan lees je in de bron dat dit niet overeen komt met wat je hebt geleerd.

Je moest nl leren dat Nederlanders in Jappenkampen zaten. In de bron loopt deze persoon over straat.

WO II

Hitler Duitsland

Nationaal-socialisme; nationalisme, terreur, dictatuur, rassenleer

koninklijke familie

De Nederlandse koninklijke familie leefde in ballingschap in London.

Deze namen zijn een verwijzing naar het Nederlands nationalisme en tegen het Duits nationalisme. Daarmee een vorm van verzet

censuur

wanneer je niet in de krant mag schrijven wat je wil omdat dit door de overheid wordt bepaald spreken we over censuur

E

examen 2021 1ste tijdvak

examen 2021 2de tijdvak

Examen 2022 2de tijdvak

Examen 2019 2de tijdvak

Examen 2019 2de tijdvak

examen 2021 3de tijdvak

examen 2021 3de tijdvak

Examen 2019 1ste tijdvak

examen 2019 2de tijdvak

examen 2019 2de tijdvak

examen 2017 2de tijdvak

Opdracht 

En dan:

1. Maak de quickscan, https://examenbundel.nl/quickscan/

en oriënteer je op wat je moet weten voor je examen.

2. Bekijk de analyse in magister berichten, vergelijk deze met de quickscan.

3. Vul je persoonlijke studiewijzer in. (vul ook in welke blz, etc!).

4. Kies een onderwerp uit die rood is.

5. Maak de opdrachten van dit onderwerp (H1 t/m H6) in het examen oefenboek.

6. Ga naar de gedeelde lessen en oefen met inhoudelijke stof d.m.v. gamification.

Examen oefening

• Pas de BAC-methode toe op examenvragen (3 minuten per vraag):

1. Onderstreep samen alles wat belangrijk is. Bespreek met elkaar waarom!
2. Formuleer een antwoord (ook als je het niet zeker weet!)
3. Controleer je antwoord door middel van het antwoordmodel 

op het bord