Drogredenen

1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2,3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent het neologisme 'woonschaamte'?
Denk aan de huidige woningnood!
A
schaamte om een huis te zoeken
B
een woning waar je rode uitslag van krijgt
C
schaamte, omdat je zelf een fijne woonplek hebt
D
schaamte voor het huis waarin je woont

Slide 2 - Quiz

C
Schaamte die iemand voelt of volgens sommigen zou moeten voelen, omdat hij in vergelijking met anderen die moeilijk aan geschikte woonruimte kunnen komen, zeer gunstige woonomstandigheden heeft. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

Signaalwoorden! 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

A      Argument           je noemt je argument
U     Uitleg                    je geeft uitleg bij je argument
                                        1. Leg uit waarom het zo is;
                                        2. Leg uit waarom het goed of slecht is;
B      Bijvoorbeeld     je geeft een voorbeeld dat je argument duidelijk maakt.
                                        actualiteit, eigen ervaring, anekdote, feiten/cijfers

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Stelling: schooluniformen moeten worden verplicht
A      Argument           Het dragen van een schooluniform zorgt ervoor dat er 
                                         minder wordt gepest.
U     Uitleg                    1. Vaak wordt iemand gepest omdat hij of zij iets anders draagt dan de 
                                             meesten. Met een schooluniform valt die reden weg.
                                        2. Dat is goed, want pesten heeft grote en nare gevolgen.
B      Bijvoorbeeld     In het nieuws werd laatst besproken dat depressies onder jongeren vooral 
                                         voorkomen bij gepeste jongeren.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Drogredenen

Slide 8 - Slide

Voorkennis zakelijke argumentatie?
Foutieve argumentatie
Griekse filosoof Aristoteles
Het is niet interessant, want er is niets aan.
A
generalisatie
B
autoriteitsargument
C
cirkelredenering
D
aanval op de persoon

Slide 9 - Quiz

C
Ik ben het er niet mee eens, want de koning is het er ook niet mee eens.
A
generalisatie
B
autoriteitsargument
C
cirkelredenering
D
aanval op de persoon

Slide 10 - Quiz

B
Ik loop weg zonder te betalen, want iedereen doet dat hier.
A
beroep doen op de meerderheid
B
autoriteitsargument
C
cirkelredenering
D
aanval op de persoon

Slide 11 - Quiz

A
Ik heb dat zo meegemaakt, dus geldt dat voor iedereen.
A
beroep doen op de meerderheid
B
generalisatie
C
cirkelredenering
D
aanval op de persoon

Slide 12 - Quiz

B
Wat weet jij van gezondheid, jij weegt zelf 200 kilo!
A
beroep doen op de meerderheid
B
generalisatie
C
cirkelredenering
D
aanval op de persoon

Slide 13 - Quiz

D

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Welke drogreden werd door Prem gebruikt?
A
Verkeerde vergelijking
B
Bespelen van het publiek
C
Persoonlijke aanval
D
Onjuist beroep op autoriteit

Slide 15 - Quiz

C

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Welke drogreden gebruikt Gordon hier, naast de persoonlijke aanval?
A
Bespelen van het publiek
B
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
Overhaaste generalisatie
D
Cirkelredenering

Slide 17 - Quiz

A

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Welke drogreden gebruikt Arjen Lubach hier?
A
Persoonlijke aanval
B
Ontduiken van bewijslast
C
Vertekenen van het standpunt
D
Overhaaste generalisatie

Slide 19 - Quiz

D

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Welke drogreden gebruikt Johan Derksen hier?
A
Verkeerde vergelijking
B
Vertekenen van het standpunt
C
Persoonlijke aanval
D
Cirkelredenering

Slide 21 - Quiz

C