Theater les I

1 / 52
next
Slide 1: Slide
Culturele en kunstzinnige vormingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Doel van de les
Begrippen leren die horen bij theater.
Voorbereiden op het theater stuk dat je gaat bekijken.
Voorbereiden op de rondleiding in de Toneelschuur.
In een opdracht laten zien dat je de stof begrepen hebt.
PTA Culturele activiteit 8%


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Wanneer is iets theater?

Slide 5 - Slide

Is dit theater?
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 6 - Poll

Is dit theater?
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 7 - Poll

Wie is er wel eens naar theater geweest?
JA
NEE
WEET NIET

Slide 8 - Poll

Theater voorstelling PTA 8%
Op 1 februari gaan we naar de voorstelling Showmeister in de Schuur in Haarlem. Aanvang 20.30
Lees je in over de voorstelling (krant, website, Facebook/Insta).
Zorg dat je op tijd in de Toneelschuur bent, 15 minuten voor aanvang, te laatkomers mogen er niet meer in.
Niet eten of drinken tijdens de voorstelling
Wees stil als je je verveelt doe dan een dutje of focus je op een theatraal middel. Stoor de spelers niet.
Jassen en tassen in de garderobe.
Mobiel uit en in je zak. ( niet op kijken want dat stoort de spelers.).


Slide 9 - Slide

Zoek informatie over de voorstelling Showmeister en schrijf hier op

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

2-tallen

Slide 13 - Slide

Theaterstijlen



Slide 14 - Slide

Geef in 1 zin weer wat locatie theater inhoudt


Slide 15 - Open question

In het filmpje vertelt iemand over het verschil tussen klassiek teksttheater en Locatie theater.
Wat is het verschil?

Slide 16 - Open question

1. Teksttoneel

Slide 17 - Slide

Teksttoneel
  • Veel theater start vanuit een tekst
  • Tekst als belangrijkste component
  • Nieuwe of bestaande theatertekst
  • Zesde eeuw Voor Chr. al aan theater gedaan
  • William Shakespeare als eerste moderne toneelschrijver

Slide 18 - Slide

Bewegingstheater
  • Verhaal vertellen door uitdrukkingskracht van lichaam
  • Kan soms kort tekst in voorkomen
  • Fysieke beeldtaal
  • Fysieke mogelijkheden verkennen
  • Mime 

Slide 19 - Slide

3. Locatietheater

Slide 20 - Slide

Locatietheater
  • Anders dan in theatergebouw of openluchttheater
  • Vaak buiten: strand, duinen, bos, industrieterrein, treinstation
  • Plek-afhankelijk
  • Locatie versterkt verhaal
  • Unieke ervaring

Slide 21 - Slide

Muziektheater

Slide 22 - Slide

Muziektheater
  • Opera/musicals/Live band
  • Muziek en theater komen samen
  • Muziek inzetten om een verhaal te vertellen
  • Samen met.. dialoog / monoloog / zang / dans / drama / regie
  • Totaalbeleving! 

Slide 23 - Slide

5. Cabaret 

Slide 24 - Slide

Cabaret

  • Humor
  • Cabaretvoorstellingen: komedie/zang/dans/theater door elkaar
  • Korte fragmenten (sketches)
  • Alledaagse onderwerpen
  • Maatschappij-kritisch  (duidelijke moraal)
  • Vaak zelfspot (imago)

Slide 25 - Slide

Theatrale middelen

- spelgegevens
- vormgevingsmiddelen
- enscenering

Slide 26 - Slide

Spelgegevens:
Wie
Wat
Waar
Waarom
Wanneer

Slide 27 - Slide


7
Vormgevingsmiddelen


Decor 
Rekwisieten / attributen
Kostuums 
Kap en grime
Licht
Muziek (geluidseffecten)
Audiovisueel (beeld)

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Link

Hoe zou jij emotie uitbeelden? Vertel uitgebreid

Slide 30 - Open question

Decor
Attributen

Slide 31 - Slide

kostuums
kap en grime

Slide 32 - Slide

licht
audiovisueel (beeld)

Slide 33 - Slide

audiovisueel (beeld)

Slide 34 - Slide

Enscenering:
"In scène zetten"
Je maakt gebruik van: mise-en-scène en de vormgeving van het stuk.

Slide 35 - Slide

Wat is mise-en-scène?
A
Wat wordt er gedaan met belichting tijdens een voorstelling.
B
Hoe maken de acteurs gebruik van het speelveld.
C
De scene die wordt uitgebeeld speelt zich in de mist af.
D
Het is een term die in de wetenschap wordt gebruikt.

Slide 36 - Quiz

mise-en-scène
Betekent "Plaatsing op toneel"
Dus: waar staan de acteurs ten op zichte van elkaar en het decor/attributen.

Slide 37 - Slide

Mis en scene bespreek met elkaar



Wat is de betekenis van de mise-en-scΓ¨ne in de volgende foto's? 

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Als je naar een theatervoorstelling kijkt kun je de volgende theatrale middelen bekijken:
Spel gegevens                                                                         De 5 W's

7 vormgevingsmiddelen                                    




Enscenering
- decor
- attributen
-kostumering
- kap en grime
- licht
- muziek
- audiovisueel
- mise-en-scène
- vormgeving (plaatsing)

Slide 44 - Slide

Opdracht
Je weet nu wat de mis en scene is en wat de verschillende theatrale middelen zijn.
Je zoekt uit de volgende teksten of scenes 1 uit en je maakt een fotoserie van 3 foto's van de scene. Eigenlijk maak je een tableaux vivant.
Misschien heb je ook meer leerlingen nodig voor een goed resultaat.
Je kunt eventueel ook props maken van papier.
Kies een theater stijl.
Zorg dat je een achtergrond voor je foto's hebt die past bij het verhaal of die egaal is zoals een witte muur bijvoorbeeld.
Eind van de les inleveren.

Slide 45 - Slide

Beschrijf hier kort welk verhaal je neemt en met wie je samenwerkt en hoe je het gaat uitvoeren.

Slide 46 - Open question

Theaterteksten/scenes
Uit Hamlet, Shakespeare
Horatio: Gegroet, prins.
Hamlet (omhelst hem): Blij u gezond en wel te zien.
Horatio, of ik moet me vergissen.
Horatio: Hij is het, heer, als steeds uw arme dienaar.
Hamlet: Die naam, mijn goede vriend, ruil ik graag met je.
En wat kom je doen uit Wittenberg, Horatio? --
Horatio: Ik spijbel nu eenmaal graag, mijn waarde heer.
Hamlet: Ik zou het niet nemen als je vijand het zei,
Jij bent geen spijbelaar.
Maar wat heb je te zoeken in Elseneur?
Je gaat niet weg voor je hebt leren drinken.

Slide 47 - Slide

Theaterteksten/scenes

Gijsbrecht van Amstel, Vondel
Het is een steenkoude dag 1303. Het hele jaar lang belegerden legers uit heel Noord-Holland de stad Amsterdam, aangevoerd door Haarlem en Egmond. In de stad leeft iedereen op rantsoen, en deze winter hebben de mensen het koud - er is maar weinig hout voor de kachel. Toch zijn de Amsterdammers er in geslaagd om de aanvallers buiten de stadsmuren te houden, dankzij hun dappere aanvoerder Gijsbrecht van Amstel.
Maar op deze ijzige ochtend lijkt er een wonder te zijn gebeurd: alle vijanden zijn vertrokken. Het legerkamp voor de stadsmuren is verlaten - het beleg lijkt voorbij. Amsterdam heeft gewonnen!
Dan nemen de Amsterdammers een vijandelijke soldaat gevangen: Vosmeer. Vosmeer wordt voor Gijs geleid en vertelt over een schip vol met kostbaar brandhout in een vaart vlakbij.

Slide 48 - Slide

Theaterteksten/scenes
Oh Happy Days van De Gemeenschap is een prikkelend muziektheaterstuk over geloven tegen beter weten in. Het toont zowel de vrijheid als de benauwenis van gedeelde overtuigingen.

In het stuk zien we hoe een groep jonge mensen als een heuse reli-popgroep samenkomt. Ze zingen over wat ze geloven, of sterker nog: over wat ze zeker weten! Dan komt er een nieuwe jongen in de gemeenschap en beginnen er scheurtjes in de verbinding te ontstaan. Waarom is Kevin zo dol op Stefan? Mag dat wel?

Slide 49 - Slide

Theaterteksten/scenes
Edward Albee's Wie is er bang voor Virginia Woolf? is een van de meest opgevoerde toneelstukken ter wereld. De klassieker is nu ook weer in de Nederlandse theaters te bewonderen. Sanne Wallis de Vries, Bas Hoeflaak, Claire Bender en Alex Ploeg vertolken de rollen in dit ultieme relatiedrama.

Wie is er bang voor Virginia Woolf? vertelt het verhaal van het gedesillusioneerde echtpaar George (Bas Hoeflaak) en Martha (Sanne Wallis de Vries). Na een feestje op de universiteitscampus nodigen de twee het pasgetrouwde stel Nick (Alex Ploeg) en Honey (Claire Bender) uit voor een laatste drankje.
Geen van allen had kunnen bedenken dat het zo uit de hand zou lopen. De ontmoeting rondt uit in een beschonken avond vol vlijmscherpe gesprekken en gevaarlijke spelletjes. Valse humor en zwartgallig drama vieren hoogtij.
 


Slide 50 - Slide

Slide 51 - Slide

Beoordeling
Je hebt een serie van 3 foto's gemaakt.
Uit de serie blijkt het verhaal.
Je hebt nagedacht over de misenscene.
Uit je serie blijkt dat je de stof hebt bestudeerd en begrepen.

Slide 52 - Slide