20221208 Donderdag

Donderdag 8 december
Goedemorgen!
1 / 23
next
Slide 1: Slide
MentorlesVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

This lesson contains 23 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

Donderdag 8 december
Goedemorgen!

Slide 1 - Slide

OCHTEND

08.30 - 08.45 Jeugdjournaal
08.45 - 10.15 WISKUNDE
10.15 - 10.30 PAUZE
10.30 - 11.30 NASK
11.30 - 12.00 KRACHTTRAINING
12.00 - 12.20 PAUZE
MIDDAG

12.20 - 12.30 LEZEN
12.30 - 13.15 MENS&MAATSCHAPPIJ
13.15 - 14.00 LOB
14.00 - 14.30 WERK AFMAKEN/KEUZE

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

WISKUNDE

Slide 4 - Slide

Wiskunde
Wie de toets H4 nog niet heeft gemaakt, gaat die nu maken.

Heb je de toets al wel gemaakt dan maak je REKENEN 2 | Decimale getallen in je (werk)boek.

Slide 5 - Slide

NASK

Slide 6 - Slide

NASK Hoofdstuk 7 - HET HEELAL
Leerdoelen

Na deze les kun je kenmerken van de vier aardse planeten noemen.
Na deze les kun je uitleggen wat een atmosfeer is.
Na deze les kun je beschrijven wat reuzenplaneten zijn.
Na deze les kun je enkele bijzonderheden van Jupiter en Saturnus noemen.
Na deze les kun je bijzonderheden van Uranus en Neptunus noemen

Slide 7 - Slide

Rond de zon draaien acht planeten. Het dichtst bij de zon zijn Mercurius, Venus, aarde en Mars (afbeelding 1). Het oppervlak van deze vier planeten is hard (rotsachtig), net als dat van de aarde. Daarom noem je ze aardse planeten. De grootste van de aardse planeten is de aarde. Venus is bijna even groot. Mars en Mercurius zijn kleiner.
De aarde heeft één grote maan. Mars heeft twee heel kleine maantjes (Phobos en Deimos). Dit zijn eigenlijk twee grote rotsblokken die rond Mars draaien. Mercurius en Venus hebben geen manen.
 De planeten Venus en Mars staan het dichtst bij de aarde. ’s Nachts kun je ze goed zien. Venus is wit, Mars een beetje rood. Venus is een van de helderste hemellichamen. Je ziet Venus als de zon opkomt of ondergaat. Je ziet de 
planeet dan dicht bij 
de zon aan de hemel
staan.

Slide 8 - Slide

De vier aardse planeten hebben een atmosfeer. Dat is de laag gassen rond een planeet. De atmosfeer van de aarde bestaat vooral uit stikstof (80%) en zuurstof (20%). Door de zuurstof kunnen op aarde mensen, dieren en planten leven.

De atmosfeer van de aarde is heel dicht. Dat betekent dat er veel deeltjes zitten in elke liter lucht. De atmosfeer van Mars en Mercurius is dun. Daar zitten heel weinig deeltjes in een liter lucht.
De atmosfeer van Venus bestaat vooral uit koolstofdioxide. Het oppervlak van Venus kun je niet zien. Dit komt doordat er altijd een dikke laag wolken omheen ligt. Venus heeft een heel dichte atmosfeer. Er zitten wel negentig keer meer deeltjes in een liter lucht dan op aarde.

Slide 9 - Slide

De vier aardse planeten hebben een atmosfeer. Dat is de laag gassen rond een planeet. De atmosfeer van de aarde bestaat vooral uit stikstof (80%) en zuurstof (20%). Door de zuurstof kunnen op aarde mensen, dieren en planten leven.

De atmosfeer van de aarde is heel dicht. Dat betekent dat er veel deeltjes zitten in elke liter lucht. De atmosfeer van Mars en Mercurius is dun. Daar zitten heel weinig deeltjes in een liter lucht.
De atmosfeer van Venus bestaat vooral uit koolstofdioxide. Het oppervlak van Venus kun je niet zien. Dit komt doordat er altijd een dikke laag wolken omheen ligt. Venus heeft een heel dichte atmosfeer. Er zitten wel negentig keer meer deeltjes in een liter lucht dan op aarde.

Slide 10 - Slide

Van de vier reuzenplaneten draaien Jupiter en Saturnus het dichtst bij de zon. Je kunt ze ’s nachts goed zien aan de hemel. Ze zijn helderder dan de meeste sterren.
Jupiter is de grootste planeet van het zonnestelsel. Je herkent Jupiter ook aan de strepen en de rode vlek (afbeelding 6). Met een kleine telescoop kun je die al zien. De rode vlek is een grote orkaan die al meer dan 300 jaar duurt.
Saturnus is ook heel groot. Saturnus kun je herkennen aan de ringen eromheen (afbeelding 7).
Jupiter en Saturnus hebben allebei meer dan zestig manen. Sommige zijn ongeveer even groot als de maan van de aarde. Andere manen zijn veel kleiner en hebben een onregelmatige vorm.



Slide 11 - Slide

Uranus en Neptunus draaien het verst van de zon. Uranus kun je nog net zien met het blote oog. Voor Neptunus heb je een telescoop nodig.


Uranus en Neptunus hebben beide een blauwe kleur. Die blauwe kleur komt door de gassen in de buitenste lagen van de planeten.


Uranus heeft 27 manen. Vier manen hebben een diameter van meer dan 1000 kilometer, de rest is kleiner. Neptunus heeft 13 manen.

Slide 12 - Slide

NASK Hoofdstuk 7 - HET HEELAL
Maken: §7.3 De planeten

Slide 13 - Slide

Krachttraining in de GYM

Slide 14 - Slide

MENS & MAATSCHAPPIJ

Slide 15 - Slide

§4.3 Internationale Samenwerking
Leerdoelen
- Aan het einde van deze paragraaf weet je hoe de internationale samenwerking in Europa begon.
- Aan het einde van deze paragraaf kun je uitleggen hoe de samenwerking in Europa werd uitgebreid.
- Aan het einde van deze paragraaf weet je hoe landen wereldwijd samenwerken in de Verenigde Naties.
- Aan het einde van deze paragraaf begrijp je waarom mensenrechten belangrijk zijn.

Slide 16 - Slide

§4.3 Internationale Samenwerking
Na de Tweede Wereldoorlog gingen Europese landen samenwerken. België, Nederland en Luxemburg deden dat in de Benelux
Vanaf 1952 werkten Frankrijk en Duitsland samen met Italië, Nederland, België en Luxemburg in de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS).
De zes landen gingen vanaf 1958 nog meer samenwerken in de Europese Economische Gemeenschap (EEG). Alle handel tussen deze landen werd toen vrij. In 1992 werdde Europese Unie (EU) opgericht. Steeds meer Europese landen werden lid van de EU. In 2002 werd een gemeenschappelijke munt ingevoerd: de euro.
De landen van de EU werken ook samen op politiek gebied

Slide 17 - Slide

§4.3 Internationale Samenwerking
Na de Tweede Wereldoorlog gingen bijna 200 landen samenwerken. Ze wilden meer vrede, veiligheid en welvaart. Ze richtten een wereldwijde volkerenorganisatie op: de Verenigde Naties (VN).
In de VN is de Veiligheidsraad belangrijk. Deze Veiligheidsraad probeert oorlogen en conflicten te voorkomen. In de Veiligheidsraad maken vijftien landen afspraken.
De VN heeft een vredesleger dat probeert de vrede te herstellen in landen waar oorlog is. Naast deze vredesmissies helpt dit leger ook bij rampen, zoals aardbevingen en overstromingen. 
De afgelopen jaren waren er ook Nederlandse VN-militairen actief in Afghanistan en Mali, Afrika. Inmiddels zijn er geen Nederlandse militairen meer in deze landen.

Slide 18 - Slide

§4.3 Internationale Samenwerking
Nederlandse (vredes)missies

Slide 19 - Slide

§4.3 Internationale Samenwerking
In 1948 hebben de Verenigde Naties de Universele Verklaring
van de Rechten van de Mens opgesteld. Alle landen hebben
afgesproken zich aan deze tekst te houden.
De eerste drie mensenrechten zijn:
1. Iedereen wordt vrij en met gelijke rechten geboren.
2. De mensenrechten gelden voor iedereen, wie of waar je ook bent.
3. Je hebt recht op leven, vrijheid en veiligheid.

Veel regeringen doen voor deze rechten hun best, maar helaas niet allemaal. In sommige landen mogen mensen bijvoorbeeld niet voor hun eigen mening uitkomen. In andere landen hebben vrouwen minder rechten dan mannen. 

Eén van de organisaties die veel doet voor mensenrechten is Amnesty International.

Slide 20 - Slide

§4.3 Internationale Samenwerking
Maak de opdrachten die bij deze paragraaf horen.

Slide 21 - Slide

LOB

Slide 22 - Slide

Keuze / Werk afmaken
Jeugdjournaal

Slide 23 - Slide