This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Derving
Slide 1 - Slide
DERVING
Slide 2 - Slide
Derving is het verlies van geld of goederen. Noem een aantal oorzaken van derving.
Slide 3 - Open question
Derving
Derving =
Het verschil tussen de werkelijke voorraad en de administratieve voorraad.
Slide 4 - Slide
Voorkennis: In het magazijn liggen 12 dozen met drinkflessen. Dit is de:
A
Werkelijke voorraad
B
Administratieve voorraad
Slide 5 - Quiz
Derving
Werkelijke voorraad Administratieve voorraad
Slide 6 - Slide
In het magazijn liggen 32 dozen papier. De voorraad op de computer is 37 dozen. Elke doos kost € 10,- inkoop. Hoeveel euro hebben wij aan derving?
A
€ 10,-
B
€ 320,-
C
€ 50,-
D
Derving kost geen geld
Slide 7 - Quiz
Bekende / onbekende derving
Onbekende derving of niet-geregistreerde derving.
Niemand weet waar de goederen zijn gebleven.
Bekende derving of geregistreerde derving.
Oorzaak derving bekend.
Slide 8 - Slide
Niet criminele derving
Er is per ongeluk derving ontstaan.
- Goederen niet goed gecontroleerd.
- Per ongeluk een doos kapot laten vallen.
Slide 9 - Slide
Criminele derving
Er is met opzet derving ontstaan.
- Diefstal
- Met opzet iets kapot maken (Vandalisme)
Slide 10 - Slide
Je werkt in een groothandelsbedrijf voor de supermarkt. Er is zojuist een lading kratten met appels binnengekomen. Bij het weglopen neemt de chauffeur zonder het te melden een appeltje mee voor onderweg. Dit is:
A
Criminele en onbekende derving
B
Criminele en bekende derving
C
Niet criminele en onbekende derving
D
Niet criminele en bekende derving
Slide 11 - Quiz
Zijn hier nog vragen over?
Stel ze gerust!
Slide 12 - Slide
Opdrachten in het boek maken
Slide 13 - Slide
Zijn hier nog vragen over?
Stel ze gerust!
Slide 14 - Slide
Wat was het doel van vandaag?
Volgende onderwerp behandelen: Derving
Wat is derving
Wat is administratieve voorraad en werkelijke voorraad