This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Voordat de les begint
timer
2:00
+
het boek
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Derving
Slide 3 - Slide
DERVING
Slide 4 - Slide
www.facebook.com
Slide 5 - Link
Derving is het verlies van geld of goederen. Noem een aantal oorzaken van derving.
Slide 6 - Open question
Derving
Derving =
Het verschil tussen de werkelijke voorraad en de administratieve voorraad.
Slide 7 - Slide
In het magazijn liggen 12 dozen met drinkflessen. Dit is de:
A
Werkelijke voorraad
B
Administratieve voorraad
Slide 8 - Quiz
Derving
Werkelijke voorraad Administratieve voorraad
Slide 9 - Slide
In het magazijn liggen 32 dozen papier. De voorraad op de computer is 37 dozen. Elke doos kost € 10,- inkoop. Hoeveel euro hebben wij aan derving?
A
€ 10,-
B
€ 320,-
C
€ 50,-
D
Derving kost geen geld
Slide 10 - Quiz
Bekende / onbekende derving
Onbekende derving of niet-geregistreerde derving.
Niemand weet waar de goederen zijn gebleven.
Bekende derving of geregistreerde derving.
Oorzaak derving bekend.
Slide 11 - Slide
Niet criminele derving
Er is per ongeluk derving ontstaan.
- Goederen niet goed gecontroleerd.
- Per ongeluk een doos kapot laten vallen.
Slide 12 - Slide
Criminele derving
Er is met opzet derving ontstaan.
- Diefstal
- Met opzet iets kapot maken (Vandalisme)
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Je werkt in een groothandelsbedrijf voor de supermarkt. Er is zojuist een lading kratten met appels binnengekomen. Bij het weglopen neemt de chauffeur zonder het te melden een appeltje mee voor onderweg. Dit is: