- Aan het eind van de les ken ik Duitse, Zwitserse en Oostenrijkse gerechten.
- Aan het eind van de les ken ik Duitse, Zwitserse en Oostenrijkse etensmerken.
- Aan het eind van de les weet ik welk Duits, Zwitsers of Oostenrijks eten ik al ken of al weleens gegeten heb.
- Aan het eind van de les weet ik wat Glücksschweine zijn.
- Aan het eind van de les heb ik mijn woordenschat over het thema ‘Essen’ vergroot.