Herhaling Grammatica Zinsdelen H4

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1-5

Grammatica zinsdelen

Herhaling van onder andere het naamwoordelijk gezegde

Wat zoek je als eerste op in een zin?

1. onderwerp
2. persoonsvorm
3. lijdend voorwerp
4. zinsdelen

Verdeel de zin in zinsdelen. Hoeveel zinsdelen heeft deze zin?
Renzo schrijft graag elke dag een gedicht voor Nina.

1. 3
2. 5
3. 4
4. 6

Mijn zus is vervelend.
Deze zin heeft een ...

1. werkwoordelijk gezegde
2. naamwoordelijk gezegde

Het gebouw wordt afgebroken.
Deze zin heeft een...

1. werkwoordelijk gezegde
2. naamwoordelijk gezegde

Wat is het naamwoordelijk deel in deze zin?
De vervelende afwas bleef lang staan.

1. bleef
2. afwas bleef
3. bleef lang
4. er is geen naamwoordelijk gezegde

Wat is het onderwerp in deze zin?
Het bekende Nederlandse televisieprogramma van John de Mol bestaat al meer dan vijf jaar.

1. meer dan vijf jaar
2. Het bekende Nederlandse televisieprogramma
3. Het bekende Nederlandse televisieprogramma van John
4. Het bekende Nederlandse televisieprogramma van John de Mol

Wie heeft mijn scooter gerepareerd?
mijn scooter =

1. onderwerp
2. meewerkend voorwerp
3. lijdend voorwerp
4. bijwoordelijke bepaling

Opa geeft zijn laatste gebakje weg.
opa =

1. onderwerp
2. lijdend voorwerp
3. meewerkend voorwerp
4. werkwoordelijk gezegde

Gisteren heeft de directeur een lezing gehouden.
gisteren =

1. onderwerp
2. meewerkend voorwerp
3. lijdend voorwerp
4. bijwoordelijke bepaling

Simon is vorige week 16 geworden. Noteer het naamwoordelijk gezegde uit deze zin.

De zomervakantie lijkt mij de fijnste tijd van het jaar.
Noteer het naamwoordelijk gezegde.