V4 12-3 Examenstrategie 2: Open Vragen & beweringen

1 / 16
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Open Vragen
- Open Vragen komen weinig voor op het eindexamen Engels. 
- Vaak op zoek naar:
         - redenen die gegeven worden
         - voorbeelden die genoemd zijn
         - naam of term van/voor een specifiek persoon, voorwerp, 
            of fenomeen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Tips bij Open Vragen:
- Geef zo kort en bondig mogelijk antwoord. 
- Beantwoord in de taal waarin deze geschreven is (meestal 
   Nederlands), tenzij anders staat aangegeven. 
- Beperk je tot wat er gevraagd wordt: 
   "In welke twee gevallen kun je meer uitbetaald krijgen?"
   = twee gevallen noemen 
   = niet noemen wanneer je minder kunt krijgen

Slide 4 - Slide

Tips bij Open Vragen: 
- Kijk goed naar waar de vraag naar verwijst: 
   "Welke andere, serieuze aanpak voor het probleem heeft de
     schrijver al eerder in de tekst gegeven?"
- Open Vragen hadden soms meerkeuze kunnen zijn: "Wie 
   wordt ...? Schrijf de naam van hem/haar op." of "In welke 
   alinea wordt dit duidelijk? Schrijf het nummer op." Benader
   ze daarom met een meerkeuze vraag strategie. 

Slide 5 - Slide

Citeer Vragen
- Citeer vragen komen vaker voor op eindexamens Engels. 
- Gericht op 1 specifiek stukje informatie in de tekst vinden. 
- Vaak: 
       - een voorbeeld
       - een reden
       - waar is/wordt iets eerder in de tekst ook al genoemd

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Tips bij Citeer Vragen:
- Houd je aan de instructie van de vraag:
   "Citeer de eerste twee woorden van de zin waarin ..."
    = geeft bijv. het antwoord: "The main" 
   "Citeerde eerste en de laatste twee woorden van de zin ..."
   = geeft bijv. het antwoord: "The main ... be resolved."

Slide 8 - Slide

Tips bij Citeer Vragen:
- Wordt er gevraagd naar een zinssnede of zinsgedeelte schrijf
   dan niet de hele zin op! Vaak is het 1/3 of 1/4 van de originele
   zin. 
- Specifieke citeer vraag: "The throw-away mentality" (alinea 9)
   Welke zin maakt duidelijk dat deze mentaliteit door 
   producenten bewust gestimuleerd wordt? Citeer de eerste
   twee woorden van deze zin.

Slide 9 - Slide

Tips bij Citeer Vragen:
- Moelijkere citeer vraag: "Wordt duidelijk uit de tekst onder
   welke voorwaarden je eerder gebruik kunt maken van de
   hotelkamer dan in je reservering staat? Zo nee, antwoord
   "Nee". Zo ja, citeer de eerste twee woorden van de zin waarin 
   dit staat. 
- Ga je hierbij niet doodstaren op de tekst: het kan best zo zijn
   dat het antwoord er dus niet instaat. 

Slide 10 - Slide

Beweringenvragen
Hoe herken ik de vraag? -> Meerdere stellingen, genummerd 1,2 etc.

Slide 11 - Slide

  • Allereerst markeren we het stuk tekst waar we moeten zoeken.
  • Dan strepen we de zoektermen aan waar we mee gaan werken. Denk hierbij aan:
    Namen, plaatsen, alles wat je in een cijfer kunt uitdrukken (de meerderheid), en tijdsaanduidingen (vandaag de dag), internationale woorden (discriminatie, autoriteit).
  • Bij stelling 1 zouden we bijvoorbeeld 'te warm' (meetbare temperatuur) en 'tegenwoordig' (tijdsaanduiding) kunnen markeren.
  • Zoek naar
    signaalwoorden.
    Daar staat het antwoord
    in de buurt!


Slide 12 - Slide

De Afrikaanse kuststreek is tegenwoordig te warm voor pinguïns.

FYI: De tekst gaat algemeen over pinguïns in Afrika
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Uitleg
De stelling was: De Afrikaanse kuststreek is tegenwoordig te warm voor pinguïns. 

Een van de  zoektermen was warm. In dit hele stuk tekst wordt op geen enkele manier gesproken over temperatuur, dus de stelling is onjuist.

Slide 14 - Slide

Homework 
Homework for Tuesday:
Text 5: read the text and answer the questions
(all available on itslearning)

Tip: take a look at the list of signaalwoorden
on itslearning.



Slide 15 - Slide

Thank you!
Thank you!

Slide 16 - Slide