- Je kunt uitleggen hoe je met je buik en borst ademhaalt.
- Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel in een afbeelding benoemen.
- Je kunt beschrijven hoe de uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide in de longen verloopt.
- Je kunt uitleggen waarom je door je neus moet ademen.
- Je kunt uitleggen hoe je ademhaling wordt geregeld.
Huiswerk
Maken (Mk) §8.2
Leren Hoofdstuk 7 & §8.1 en §8.2
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3
This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Welkom
- Spullen op tafel, inloggen, startklaar.
- Huiswerk in de agenda zetten.
- Les §8.2 - Je ademt
- Vooruitblik.
Leerdoelen
- Je kunt uitleggen hoe je met je buik en borst ademhaalt.
- Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel in een afbeelding benoemen.
- Je kunt beschrijven hoe de uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide in de longen verloopt.
- Je kunt uitleggen waarom je door je neus moet ademen.
- Je kunt uitleggen hoe je ademhaling wordt geregeld.
Huiswerk
Maken (Mk) §8.2
Leren Hoofdstuk 7 & §8.1 en §8.2
Slide 1 - Slide
Succescriteria
Je kunt de definitie van de volgende begrippen uitleggen: longen, ribademhaling/borstademhaling, middenrifademhaling/buikademhaling, ademhalingsstelsel, bronchiën, longblaasje, gaswisseling, haarvaten, slijmcellen, trilhaartjes, koolstofdioxide-zintuigcellen, ademcentrum.
Je kunt de de leerdoelen aan een ander uitleggen.
Je hebt opdrachten gemaakt met voldoende resultaat.
Slide 2 - Slide
Ademhaling
Ribademhaling of borstademhaling: het bewegen van je ribben om te ademen.
Middenrifademhaling of buikademhaling: het bewegen van je middenrif om te ademen.
Ze gebeuren meestal tegelijk. !BRON 2!
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Inademen
Tussenribspieren en middenrifspieren trekken samen.
Ribben kantelen omhoog en het middenrif wordt plat.
Borstholte en je longen worden groter.
Lucht in je longen krijgt meer ruimte, daardoor neemt de luchtdruk in je longen af.
Lucht stroomt vanzelf naar binnen: je ademt in.
Slide 5 - Slide
Uitademen
Tussenribspieren en middenrifspieren ontspannen.
Ribben zakken naar beneden. Het middenrif wordt bol.
Borstholte en longen worden kleiner.
Lucht in je longen krijgt minder ruimte, luchtdruk neemt toe.
Lucht stroomt naar buiten: je ademt uit.
Slide 6 - Slide
0
Slide 7 - Video
Zet de stappen van inademen in de goede volgorde
Lucht stroomt je longen in
Je borstholte en longen worden groter
Tussenribspieren en middenrifspieren trekken samen
Luchtdruk in je longen neemt af
Ribben kantelen omhoog en middenrif wordt plat
Slide 8 - Drag question
Zet de stappen van uitademen in de goede volgorde
Je borstholte en longen worden kleiner
Lucht stroomt naar buiten
Tussenribspieren en middenrifspieren ontspannen
Luchtdruk in je longen neemt toe
Ribben zakken naar beneden en middenrif wordt bol
Slide 9 - Drag question
Het ademhalingsstelsel
Slide 10 - Slide
0
Slide 11 - Video
Gaswisseling
Waar komt zuurstof in het bloed ?
Slide 12 - Slide
Gaswisseling
De uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide
Verloopt snel door:
Groot oppervlak van longblaasjes
Wand van longblaasjes heel dun
Haarvaten rond longblaasjes
hebben dunne wand
Slide 13 - Slide
Gaswisseling
Slide 14 - Slide
0
Slide 15 - Video
Waarom moet je ademhalen door je neus?
Slide 16 - Slide
Lucht klaargemaakt voor longblaasjes
Neusharen houden grote stofdeeltjes tegen.
Slijmcellen in neusholte, luchtpijp en bronchiën maken slijm -> maakt lucht vochtig en stofdeeltjes en ziekteverwekkers blijven plakken.
Trilhaartjes in het slijmvlies van luchtpijp en bronchiën zwiepen slijm met stofdeeltjes en ziekteverwekkers naar keelholte
Slide 17 - Slide
Ademhaling regelen
Via koolstofdioxidezintuigcellen in bloedvaten.
Impulsen naar ademcentrum in hersenen.
Hersenen sturen signalen naar tussenribspieren en middenrifspieren.
Slide 18 - Slide
Ademhaling regelen
Slide 19 - Slide
De luchtpijp vertakt zich in
A
bronchiën
B
longblaasjes
C
luchtpijpvaten
D
luchtpijptakjes
Slide 20 - Quiz
Waarom kan er snel gaswisseling plaatsvinden in de longen?
A
de wand van de luchtpijp is erg dun
B
er zit een laagje slijm in de longblaasjes
C
Het oppervlak van de longblaasjes is groot
D
alle antwoorden zijn goed
Slide 21 - Quiz
Je kunt beter ademhalen door je neus omdat
A
de lucht dan wordt verwarmd
B
je gewaarschuwd wordt voor gevaarlijke stoffen
C
de lucht vochtig gemaakt wordt
D
alle antwoorden zijn goed
Slide 22 - Quiz
Leg in eigen woorden uit wat gaswisseling (bij de ademhaling van de mens) inhoudt.