oefenen negatieve getallen 2

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

In Parijs is het 10. In Rotterdam -5 graden.
Bereken het temperatuurverschil.

1. 5
2. 15
3. 10
4. 20

Wat is het tegengestelde van -6?

1. 6
2. -12
3. 12
4. -6

Vul het juiste teken inKies het juiste antwoord:

-5 ------- 10

1. >
2. <

Vul het juiste teken inKies het juiste antwoord:

- 14 ......... - 13

1. >
2. <

negatieve getallen aftrekken

−5+6

1. -11
2. 1
3. 11
4. -1

Negatieve getallen optellen

4+(-5)=

1. - 9
2. 9
3. - 1
4. 1

Negatieve getallen aftrekken

−9−16

1. 7
2. 25
3. -25
4. -7

Negatieve getallen aftrekken

- 24 - - 6=

1. - 30
2. 18
3. 30
4. - 18

Negatieve getallen optellen

16 + - 3=

1. 19
2. 13
3. - 19
4. -13

negatieve getallen aftrekken

14−−17

1. -33
2. -3
3. 3
4. 31

Wat is het moeilijke woord voor vermenigvuldigen?

1. Quotient
2. verschil
3. product
4. som

Wat is het moeilijke woord voor delen?

1. Quotient
2. verschil
3. product
4. som

Rekenvolgorde:
Welke opmerking is juist bij de volgende som?

18 : 2 + 4 x 5 =

1. Je doet eerst de plussom
2. Het maakt niet uit wat je eerst doet
3. Je doet eerst de deelsom
4. Je doet eerst de keersom

Rekenvolgorde:
Welke opmerking is juist bij de volgende som?

(5 -2) + 4 x 3

1. Je begint met de vermenigvuldiging
2. Je mag alles tegelijk doen
3. Je begint met de haakjes
4. Je begint rechts te rekenen

Type de juiste rekenvolgorde in
(wat doe je eerst, wat komt daarna etc)

Reken de volgende som uit:
(36-12): -6 x 2 =
Schrijf steeds de nieuwe som op!

Reken de volgende som uit:
2 x (5 + 6) =
Schrijf steeds de nieuwe som op!

Reken de volgende som uit:
30 : 5 x 6 =
Schrijf steeds de nieuwe som op!

Reken de volgende som uit:
- 18 + 4 x 3 =
Schrijf steeds de nieuwe som op!

Reken de volgende som uit:
- 4 + 6 : 2 =
Schrijf steeds de nieuwe som op!

Reken de volgende som uit:
40 : 4 + 6 x 2 =
Schrijf steeds de nieuwe som op!

Reken de volgende som uit:
16 + 2 - 4 x 3 =
Schrijf steeds de nieuwe som op!

Reken de volgende som uit:
(4 + 3 ) : (16 - 9) =
Schrijf steeds de nieuwe som op!

noem 3 situaties waarin je met min- getallen te maken hebt.