3.5

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 3.5
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 3.5
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
Pak je boek en schrift van Nederlands op tafel. Open je boek op blz. 114.

Slide 2 - Slide

2. Lesdoel 
Aan het eind van deze les:
- kun je het LV in een gegeven zin vinden.

Slide 3 - Slide

3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.
Je maakt zelfstandig opdracht 3 t/m 12 (-11) op blz. 114 t/m 118
Namen lln

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Namen lln

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
Namen lln

Slide 4 - Slide

Mini-check
Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Slide 5 - Slide

Hoe vind je het lijdend voorwerp?
A
Wie/wat + gezegde + onderwerp + persoonsvorm
B
Wie/wat + gezegde + onderwerp
C
gezegde + onderwerp
D
Onderwerp + gezegde + wie/wat

Slide 6 - Quiz

Ze gaf de bal een schop.
Lijdend voorwerp
A
Ze
B
gaf
C
de bal
D
een schop

Slide 7 - Quiz

Er zit altijd een lijdend voorwerp in een zin
A
dat klopt
B
dat klopt niet

Slide 8 - Quiz

Cindy maakt een schilderij.
Lijdend voorwerp
A
Cindy
B
maakt
C
een schilderij

Slide 9 - Quiz

Wie maakt wat?
Had je alle vragen goed? Dan mag je zelfstandig aan de slag: opdracht 3 t/m 11 op blz. 114 + 118.

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 10 - Slide

4. Instructie
Lees en kijk mee op de volgende dia's

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Wat is het lijdend voorwerp:
Mijn vader zit een lekker broodje te eten.

Slide 13 - Open question

Wat is het lijdend voorwerp:
De spits schiet de bal keihard in het doel.

Slide 14 - Open question

Wat is het lijdend voorwerp:
Mijn moeder kleedt mijn kleine zusje warm aan.

Slide 15 - Open question

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Namen lln, jullie maken zelfstandig opdracht 3 t/m 11 op 
blz. 114 + 118. 

Wie heeft nog extra instructie nodig (intensief)? Namen lln of had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 11 zin 2 t/m 4. 

Slide 16 - Slide

6. Zelfstandig werken
Je maakt nu zelfstandig:
V: les 3.5, blz. 114 t/m 118, opdr. 3 t/m 12 (-11) --> Niemand
B: les 3.5, blz. 114 t/m 118, opdr. 3 t/m 11 --> namen lln
I: les 3.5, blz. 114 t/m 118, opdr. 3 t/m 11 --> namen lln 

Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna ga je in stilte lezen of een woordzoeker maken. 
timer
1:00

Slide 17 - Slide

7. Evaluatie
Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 




Slide 18 - Slide

Wat is het lijdend voorwerp in de zin:
'Ik gebruik een staafmixer voor dit beslag.'
A
ik
B
een staafmixer
C
voor dit beslag
D
dit beslag

Slide 19 - Quiz

Wat is het lijdend voorwerp in de zin:
'Ik gebruik een staafmixer voor dit beslag.'
A
ik
B
een staafmixer
C
voor dit beslag
D
dit beslag

Slide 20 - Quiz

Wat is het lijdend voorwerp?

Deze klas kan het lijdend voorwerp vinden.
A
Deze klas
B
kan
C
het lijdend voorwerp
D
vinden

Slide 21 - Quiz

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
werkwoordelijk gezegde
onderwerp
lijdend voorwerp
Cheyenne
heeft
haar werk
goed
gedaan

Slide 22 - Drag question

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk
...dag .. maand
3.5 opdracht 3 t/m 11/12

Toetsen: 
...
geen

Slide 23 - Slide

Afsluiting
Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ....................

Slide 24 - Slide