Kapitel 1

1 / 34
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Naamvallen
Voorzetsels
Persoonlijke voornaamwoorden

Slide 5 - Slide

Hoe goed schat jij jezelf in naamvallen?
Geef jezelf een cijfer!

Slide 6 - Mind map

Oefenvraag

Ich habe d_____Freund gesehen

Slide 7 - Open question

Oefenvraag

Ich habe d_____Mann gesehen

Slide 8 - Open question

Oefenvraag

Ich habe d_____Frau gesehen

Slide 9 - Open question

Oefenvraag

D___Frau hat mich gesehen

Slide 10 - Open question

Durch, für, gegen ohne, um
Was haben diese Wörter mit einander zu tun?

Slide 11 - Slide

"durch, für, gegen, ohne, um"

Slide 12 - Mind map

Voorzetsels: 
  • Durch, = door
  • Für,  = voor(mij)
  • Gegen, = tegen
  • Ohne, = zonder
  • Um, = om

  • Alle deze voorzetsels krijgen altijd de 4e naamval!

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Oefenvraag

Ich habe gegen d____Baum(m) gepinkelt.

Slide 15 - Open question

Oefenvraag

Ich habe die PS5 für d____Freund gekauft.

Slide 16 - Open question

Oefenvraag

Ich habe ohne d__ Cheats(v) das Spiel ausgespielt.

Slide 17 - Open question

Voorzetsels: 
  • Aus
  • Bei
  • Mit
  • Nach
  • Seit
  • Von
  • Zu
  • Gegenüber
  • Alle deze voorzetsels krijgen altijd de 3e naamval!

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Oefenvraag

Er hat mit d____Kuss(m) angefangen.

Slide 20 - Open question

Oefenvraag

Warum fährst du nicht mit d____Auto(m)

Slide 21 - Open question

Oefenvraag

Er ging nach d____Gespräch nach Hause

Slide 22 - Open question

Oefenvraag

Sehen wir uns bei d_____Kirche(v)?

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Slide

Oefenvraag

Er hat mit dies___Kuss(m) angefangen.

Slide 25 - Open question

Oefenvraag

Warum fährst du nicht mit mein____Auto(m)

Slide 26 - Open question

Oefenvraag

Er ging nach unser____Gespräch nach Hause

Slide 27 - Open question

Oefenvraag

Sehen wir uns bei euer_____Kirche(v)?

Slide 28 - Open question

Slide 29 - Slide

Oefenvraag

Ich habe gegen dies____Baum(m) gepinkelt.

Slide 30 - Open question

Oefenvraag

Ich habe die PS5 für unser____Freund gekauft.

Slide 31 - Open question

Oefenvraag

Ich habe ohne dein__ Cheats(v) das Spiel ausgespielt.

Slide 32 - Open question

Slide 33 - Slide

Naar =
  • zu
Naar=
  • nach
Was ist der Unterschied?!?!?!?!?
Zu:
  • Personen
  • Gebouwen/instituties
Nach
  • Landen/Plaatsen/Steden
  • Vast combo's
  • nach links/rechts
  • nach Hause gehen

Slide 34 - Slide