This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Weer en klimaat
Slide 1 - Slide
Vraag 1: Schrijf de 4 weerelementen op
Slide 2 - Open question
Slide 3 - Slide
Welk weerelement ontbreekt hier?
A
bewolking
B
temperatuur
C
neerslag
D
wind
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Slide
De windrichting is.......
Slide 6 - Open question
Slide 7 - Slide
Het weerbericht is van de ........
Slide 8 - Open question
Slide 9 - Slide
De klimaat- of temperatuurfactor....
Slide 10 - Open question
Slide 11 - Slide
Bij een hoogluchtdrukgebied heb je wel/geen neerslag omdat.......
Slide 12 - Open question
Slide 13 - Slide
Deze lijnen heten....
A
isothermen
B
isolijnen
C
isobaren
D
druklijnen
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Slide
De zeespiegel stijgt door: 1.......... 2.........
Slide 16 - Open question
Vraag 9: Wat is géén neerslag
A
regen
B
sneeuw
C
hagel
D
mist
Slide 17 - Quiz
Vraag 10: En wat is mist dan?
Slide 18 - Open question
Slide 19 - Slide
Vraag 11.Leg uit waarom het gisteren in Limburg kouder was dan aan de kust.
A
Er stond een westenwind.
B
De zee is nu warmer dan het land en brengt zo een warme wind.
C
Er was aan aflandige wind vanuit Duitsland.
D
De breedteligging van Limburg is lager.
Slide 20 - Quiz
Vraag 12. Schrijf de 5 klimaat- of tempratuurfactoren op.
Slide 21 - Open question
Vraag 13. Is deze kaart van januari of juni?
Slide 22 - Slide
Deze kaart is van
A
januari
B
juni
Slide 23 - Quiz
Vraag 14. Waarom zijn deze temperaturen in het midden van Europa zo hoog?
A
Dat komtdoor de hoogteligging,
B
De wind wordt daar tegen gehouden door een gebergte.
C
Land wordt snel warm. De aanlandige wind heeft geen invloed mee.
D
Er is daar een warme golfstroom
Slide 24 - Quiz
15. Ga naar kaart GB 110 en GB 111. Kies de temperatuur- of klimaatfactor die de grootste invloed heeft op de temperatuurverschillen tussen de steden Zoek op Monaco (D6) en Strasbourg (D1)
A
hoogteligging
B
breedteligging
C
is het land of is het zee?
D
ligging gebergte
Slide 25 - Quiz
16. Ga naar kaart GB 112 en GB 113. Kies de temperatuur- of klimaatfactor die de grootste invloed heeft op de temperatuurverschillen tussen de steden Zoek op Lausanne (B2) en Blozano/Boezen (G2)
A
luchtdruk
B
Breedteligging
C
ligging gebergte
D
hoogteligging
Slide 26 - Quiz
17. Ga naar kaart GB 108 en GB 109. Kies de temperatuur- of klimaatfactor die de grootste invloed heeft op de temperatuurverschillen tussen de steden Zoek op Budapest (E6) en Rostov (O6)
A
ligging gebergte
B
neerslag
C
Is het land of is het zee? Gesteldheid aardoppervlak