This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Goedemorgen
Jas aan de kapstok
mobiel op tafel omgekeerd en niet in de hand
boeken op tafel
Slide 1 - Slide
Planning
Wij gaan de theorie herhalen ter voorbereiding op de toets
Wij gaan het haar wassen
wij gaan verder met blok 4
Slide 2 - Slide
Wat zijn de redenen van persoonlijke verzorging?
A
Voor je gezondheid, geeft zelfvertrouwen en is een bedrijfskaartje
B
Voor je gezondheid is je visitekaartje, geeft zelfvertrouwen
C
Voor je omgeving, voor je gezondheid en heeft zelfvertrouwen
D
Is je bedrijfskaartje, voor je omgeving en geeft zelfvertrouwen
Slide 3 - Quiz
Een aantal omgangsvormen die nodig zijn in een dienstverlenend beroep zijn
A
B
Goed kunnen luisteren, mensen overhalen, begrip hebben
C
Met mensen omgaan
Uitleggen wat je wilt
Goed kunnen luisteren
D
Begrip hebben, je zin krijgen, mensen overhalen
Slide 4 - Quiz
Noem 4 eisen waaraan bedrijfskleding moet voldoen.
Slide 5 - Open question
Geef aan waarom de cultuur waarin je leeft invloed kan hebben op je uiterlijk
Slide 6 - Open question
Noem zoveel mogelijk uitingen van verschillende culturen en het uiterlijk.
Slide 7 - Mind map
Moslima
Monniken
Orthodoxe joden
Slide 8 - Drag question
Wat is een subcultuur?
A
Dit zijn groepen die zich op dezelfde manier kleden, dezelfde ideeën hebben of op dezelfde manier leven.
B
Dit zijn groepen die zich op dezelfde manier kleden, maar andere ideeën hebben
C
Dit zijn groepen die zich anders kleden en andere ideeën hebben
D
Dit zijn groepen mensen die zich op dezelfde manier kleden, dezelfde ideeën hebben maar anders lebven.
Slide 9 - Quiz
Welke drie haartypes kennen wij?
Slide 10 - Open question
Technische aspecten van haar zijn:
A
Dikte, vorm, stijlhaar, haarinplant, groeirichting of natuurlijke valling, kort
B
Fijn haar, vorm, krulsterkte, haarinplant, groeirichting of natuurlijke valling, lengte
C
normaal haar , vorm, krulsterkte, haarinplant, groeirichting of kruinen
D
Dikte, vorm, krulsterkte, haarinplant, groeirichting of natuurlijke valling, lengte
Slide 11 - Quiz
waar kijk je allemaal naar bij het maken van een haardiagnose?
Slide 12 - Open question
Shampoos zijn in vier soorten te verdelen, noem deze 4
Slide 13 - Open question
Wat betekent Capillariteit
A
Opzuigende eigenschap van het haar.
B
vocht aantrekkende eigenschap van het haar
C
water afstotende eigenschap van het haar
D
vocht afstotende eigenschap van het haar
Slide 14 - Quiz
Wat betekent Hygroscopie?
A
Haar is in staat om vocht op te nemen.
B
Opzuigende eigenschap van het haar.
C
Haar is in staat om vocht af te stoten
D
vocht aantrekkende eigenschap van het haar
Slide 15 - Quiz
wanneer wordt het haar statisch
A
Haar wordt statisch door de wrijving tussen negatief en positief geladen deeltjes.
B
Haar wordt dan vochtig door vocht uit de lucht te trekken
C
Haar wordt statisch door de vochtigheid in het haar zelf
D
Haar wordt statisch wanneer het vet is
Slide 16 - Quiz
Wat is het doel van haarwassen
Slide 17 - Open question
wat zijn de drie verschillende wastechnieken?
Slide 18 - Open question
Het haar bestaat uit de volgende lagen:
A
De vislaag
de vezellaag de merglaag
B
De schubbenlaag
de vezellaag de membraanlaag
C
De schubbenlaag
de vezellaag de merglaag
D
De schubbenlaag
de mineraallaag de merglaag
Slide 19 - Quiz
1
2
3
4
Benoem de onderdelen van de nagel
Slide 20 - Slide
Wat is de functie van de nagels?
Slide 21 - Open question
Vul het ontbrekende woord in: De belangrijkste ..... van de nagels is de ....... van de zenuwuiteinden in de toppen van de vingers. Door de aanwezigheid van de nagels behoudt een mens dus het ........ in de vingertoppen.