Blok 1,2, 3 woordenschat vwo

Blok 1,2, 3 woordenschat vwo
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Blok 1,2, 3 woordenschat vwo

Slide 1 - Slide

Vandaag 22 september
Aan het einde van de les:

- weet je welke woordraadstrategieën er ook alweer zijn
- heb je een deel van de woordenschat uit blok 1, 2  geoefend
-weet je welke van deze woorden je voor de volgende toetsweek nog moet herhalen 

Slide 2 - Slide

neologisme          impliciet
onverwijld         stigmatiseren
dwingende attitude       fabuleren
eufemisme    gebelgd
hypothese     rectificeren     retorisch
Bestudeer even de woordenlijst. Kijk dan naar de volgende woorden. Weet je nog wat ze betekenen? 

Slide 3 - Slide

Woordraadstrategie:

  • Op zoek gaan naar een synoniem
  • Kijken of je een antoniem ziet
  • Het woord afleiden uit context of zinsverband
  • Checken of je een deel van het woord kent
  • Naar het plaatje kijken

Maar wat als dit allemaal niets oplevert? 

Slide 4 - Slide

Geef betekenis enbepaal welke woordraadstrategie je hebt gebruikt

Slide 5 - Slide


Zij werd geridiculisserd toen er in de klas werd geroepen dat hij transgender is.

Slide 6 - Open question


Slide 7 - Open question

'U wilt toch niet zeggen dat u met vakantie naar het overvolle Mallorca gaat?' vroeg hij. Hij reageerde door te zeggen:
'Dat is een suggestieve vraag.'

Slide 8 - Open question


Dat zijn valide argumenten, want deze zijn in deze tijd nog steeds geldig.

Slide 9 - Open question


Het taboeïseren van seks is niet goed voor de ontwikkeling van een kind.

Slide 10 - Open question


De expert ontwikkelde een krachtig vaccin tegen kanker.

Slide 11 - Open question

Courant                                   autochtoon
concreet                     etiquette
extravert                     hoor en wederhoor
globaal                          plausibel
impliciet                       stigmatiseren                       profileren
inferieur                    laster                                         rivaliteit
conventie                         opponent                          debet
hypothese                            profileren                         empirisch

Kies 9 van de 20 woorden en schrijf ze op:

Slide 12 - Slide

Schrijfopdrachtje
  • De woorden in context plaatsen helpt om ze te onthouden.
  • Je doet individueel of in tweetallen een korte schrijfopdracht.
  • Als je er niet uitkomt, vraag je het aan mij.
  • Je hebt maximaal een kwartier.
  • Als de opdracht klaar is, vraag ik een paar lln om de tekst voor te lezen. 
  • Als je snel klaar bent, kijk je of je nog wat extra woorden in je tekst kunt verwerken.
  • Schrijf een korte tekst en verwerk daarin een aantal woorden van de lijst. Je mag kiezen uit een dialoog en een kort verhaaltje. Je mag het alleen doen, of met zijn tweeën.



Slide 13 - Slide

Schrijf alleen of in tweetallen een korte dialoog tussen twee  personen over een probleem  (ruzie, roddel, iets kwijt, etc.). Gebruik 10 van de 15 woorden en uitdrukkingen:  
alert, altruistisch, fabuleren, metier, polarisatie, polemiek, ongefundeerd, pragmatisch, rectificeren, rubriek, veronderstelling, weblog, lead, katern, criterium
Beschrijf alleen of in tweetallen een dag in het leven van een ding (bijv. een telefoon, een pinpas, een schoen, etc.). Gebruik 10 van de 15 woorden en uitdrukkingen:
attitude, aanbeveling, conventie, etnisch,strategie, confronteren, claimen, dwarsliggen, mentaal,promotioneel, namaak, moreel, profileren, autoriteit, forum

Slide 14 - Slide

Terugblik

  • Wie kan minimaal 4 woordraadstrategieën opnoemen? 
  • Welk percentage van de woorden kende je nog ongeveer? 
  • Wat vond je deze les het leukste onderdeel? 

Slide 15 - Slide

Omschrijf één van de woorden zonder het woord zelf te gebruiken. De rest raadt: om welk woord gaat het? 
moreel
labiel
perceptie
subjectief
lead
subtiel
deadline
valide
micro
segregatie
rationeel
superieur
macro
definitie
uit hoofde van
cartoon

Slide 16 - Slide



In principe
Offreren
Blijkens
Ambitieus
Consulent
Wederhoor
Restitutie
Expliciet
Illegaal
Marechaussee





Conclusie
Anekdote
Migratie
Valide
Kaalslag
Profileren
Volstaan
Pleidooi
Confronteren (met)
Generaliseren



Kies 9 van de 20 woorden en schrijf ze op:

Slide 17 - Slide