Schrijf alleen of in tweetallen een korte dialoog tussen twee personen over een probleem (ruzie, roddel, iets kwijt, etc.). Gebruik 10 van de 15 woorden en uitdrukkingen: alert, altruistisch, fabuleren, metier, polarisatie, polemiek, ongefundeerd, pragmatisch, rectificeren, rubriek, veronderstelling, weblog, lead, katern, criterium