3m hoofdstuk 3

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Begrippen hoofdstuk 3

10. Functies van geld opnoemen

Ruilmiddel

Spaarmiddel

Rekenmiddel

goederen of diensten ruilen tegen goederen of diensten

goederen of diensten ruilen tegen geld

Directe ruil

Indirecte ruil

Wat is mijn woonplaats?

1. Boxmeer
2. Nijmegen
3. Wijchen
4. Beuningen

Enkelvoudige en samengestelde interest zijn hetzelfde.

1. Juist
2. Onjuist

Consumptief krediet

• Voor aanschaf van een duurzaam consumptiegoed.
• Verschillende vormen van krediet (kredietvormen):

1. Persoonlijke lening
2. Doorlopend krediet
3. Salariskrediet

Hoe oud ben ik afgelopen zaterdag geworden?

1. 38
2. 43
3. 47
4. Heel oud

Bij welke vorm van consumptief krediet mag je het bedrag dat je hebt afgelost, direct weer opnieuw lenen?

1. Persoonlijke lening
2. Lease
3. Salariskrediet
4. Doorlopend krediet

Geld op de bank

Geld in je portemonnee

Positief banksaldo

Negatief banksaldo

Giraal geld

Chartaal geld

Wie uit deze groep staat het hoogste voor economie?

hypotheek

Wisselkoers blijft altijd hetzelfde.

1. Juist
2. Onjuist

Wat voor een cijfer ga je halen voor de toets economie hoofdstuk 3?