2.3 lezen week 48 klas 1

2.3 lezen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

2.3 lezen

Slide 1 - Slide

Wat weet je nog over leesstrategieën?

Slide 2 - Mind map

Lesdoelen
 -ik weet wat feiten en meningen zijn
-ik kan feiten en meningen herkennen
-ik kan de moeilijkewoordenwijzer toepassen
-ik kan het opsommend tekstverband herkennen

Slide 3 - Slide

Wat is een mening?

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Video

Welke zin (nen) is/zijn een mening(en)?
A
Ik vind roze een mooie kleur.
B
Het Maris college heeft een blauwe logo.
C
Mijn ouders zijn heel lief.
D
Ik heb tot 9 februari online les.

Slide 6 - Quiz

Welke zin is een feit?
A
Ik houd van ijs.
B
Ijsjes zijn koud.

Slide 7 - Quiz

Feit of mening?:
Nederland ligt in Europa.
A
Feit
B
Mening

Slide 8 - Quiz

Feit of mening?
'Yes, weer naar school'
A
Feit
B
Mening

Slide 9 - Quiz

Andere woorden voor mening zijn:
standpunt, oordeel, opinie of opvatting

Samenvattend
mening = wat een persoon van iets vindt
feit = iets wat werkelijk zo is of wat echt is gebeurd

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Moeilijkewoordenwijzer
Wat als je een woord niet kent?
1. is het woord belangrijk?
2. kun je de betekenis uit de context (zinnen rondom het woord) halen?

3. niet 1 of 2? Zoek het woord op in het woordenboek / vraag het aan iemand

Slide 12 - Slide

Tekstverband 
In een goede tekst is er een verband tussen woorden, zinnen en alinea's. We noemen dit een tekstverband.

Een schrijver maakt vaak gebruik van signaalwoorden om het tekstverband aan te geven.

Slide 13 - Slide

tekstverband
signaalwoorden
voorbeelden
Opsommend noemt twee of meer tekstdelen in volgorde
ook, bovendien, daarnaast, zowel…..als, ten eerste, ten slotte
Willem heeft veel hobby’s. Hij verzamelt treintjes, maar hij spaart ook foto’s van het koningshuis. Hij speelt bovendien gitaar. 

Slide 14 - Slide

Klassikaal opdracht 4 blz. 84 maken

Slide 15 - Slide

Noem twee dingen die je geleerd hebt deze les.

Slide 16 - Mind map

Benoem één vraag die je de volgende keer beantwoord wilt hebben.

Slide 17 - Mind map