Cursus 7-5: Spelling. Verkleinwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Welkom bij Nederlands

Herhalen vorige les

Waar hebben wij het de vorige les over geleerd?

Wie kan de spellingsregels bij dit onderwerp  noemen?

Meervouden

-en of -s achter het woord

Let op!

Soms verandert:

-f in -v

-s in -z 

verdubbelt de laatste letter  (medeklinker)

Haal je een a, e, o of u weg (klinker)

Spelling

-je, -pje, -tje of -etje  achter het woord

Doel van deze les

Je leert woorden verkleinwoorden spellen

Verkleinwoorden

Een verkleinwoord maak je meestal door -je achter het woord te zetten

Let op!

Soms moet je daarnaast nog andere letters toevoegen:

• -pje: arm - armpje
• -tje: tuin - tuintje
• -etje: slang - slangetje

Als het zelfstandig naamwoord eindigt op -ng, moet je soms de -g vervangen door -k

Koning - koninkje

Vergoeding - vergoedinkje

Pak je laptop erbij

-je, -pje, -tje of -etje
Raam.....

1. -tje
2. -pje
3. -je
4. -etje

-je, -pje, -tje of -etje
Wij kopen een tafel....

1. -tje
2. -pje
3. - je
4. -etje

-je, -pje, -tje of -etje
ring...

1. -tje
2. -pje
3. -je
4. -etje

-je, -pje, -tje of -etje
Hand....

1. -tje
2. -pje
3. -je
4. -etje

Verklein het woord:
De bon - het ......

Verklein het woord:
De man - het ......

Zelf aan de slag!

• Nu mag je zelf aan de slag.

• Maak opdracht 1 t/m 5 in je schrift: blz. 222
• Kom na elke opdracht bij mij, zodat ik de opdracht kan nakijken

• Klaar? Dan ga je in je online boek 'trainen'

     

Je kunt een woord verkleinen door iets achter het woord te zetten. Noem er minimaal 3.