This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
11.2 Colorimetrie
Slide 1 - Slide
Planning
Vragen uit 11.1?
Uitleg colorimetrie
16 maken en bespreken
Aan de slag met opdrachten
Toets bespreken
Slide 2 - Slide
Colorimetrie
Slide 3 - Slide
Colorimetrisch onderzoek
Om de concentratie van een onbekende gekleurde oplossing te bepalen.
Met een colorimeter meet je de intensiteit (I) van het licht dat door de oplossing heen gaat, met verschillende concentraties, verschillende intensiteit.
Dit word gedaan aan de hand van een bekende verdunningsreek.
Slide 4 - Slide
Colorimetrisch onderzoek
Verdunningsreeks - Een opeenvolgende reeks van oplossingen van dezelfde stof, maar met telkens een kleinere concentratie
Blanco - Een oplossing die alle gebruikte stoffen bevat behalve de gekleurde stof.
Slide 5 - Slide
Een colorimeter
Slide 6 - Slide
Hoe werkt het?
Je begint met het blanco cuvet en een extinctie (E) van 0
Extinctie (uitdoving) ->
Sommige calorimeters word de doorlating, de transmissie (T) gemeten, hier doe je dan hetzelfde alleen verschilt de formule wel ->
E=−log(I0I)
T=I0I
Slide 7 - Slide
Absorptiespectrum meten
Vervolgens ga je de oplossing in een cuvet doen en op verschillende λ (in nm) de E meten.
Hiermee kan je een tabel maken waarbij je per golflengte een E hebt.
Door een diagram te maken van deze tabel, kan je de extinctiepiek bepalen.
Slide 8 - Slide
Voorbeeld: absorptiespectrum kaliumpermanganaat
Slide 9 - Slide
Hoe werkt het?
Vervolgens ga je de hele reeks af en maak je van alle cuvetten meetingen. Hiermee creëer je een referentie lijn voor de onbekende concentratie.
Deze referentie lijn heet een ijklijn.
Slide 10 - Slide
Wet van Lambert-Beer
Voor extinctie geld de wet van Lambert-Beer:
- de extinctie coëfficiënt, een constante die van de stof afhangt (Binas tabel 39A1)
- [A] de concentratie van de oplossing
- l de lengte van de lichtweg (De breedte van de cuvet) in cm
E=ε[A]l
ε
Slide 11 - Slide
Wat gebeurt er met de extinctie waneer een bredere cuvet word gebruikt?
E=ε[A]l
E=ε[A]l
E=ε[A]l
E=ε[A]l
Slide 12 - Open question
De ijklijn
De hellingshoek van de lijn is gelijk aan ->
Als je voor een onbekende oplossing de extinctie meet kan je met deze lijn de concentratie
bepalen!
εl
E=ε[A]l
Oorsprong?
Waarom gaat de ijklijn door de oorsprong heen?
Slide 13 - Slide
Wat is de concentratie ijzer III ionen bij een extinctie van 0,35
Slide 14 - Open question
Grondwater bevat ijzer III ionen. Er word 25ml grondwater onderzocht door er een KSCN oplossing aan toe te voegen voor de kleuring en vervolgens het monster aan te vullen tot 50ml. Een extinctie van 0,14 word gemeten. Wat is de concentratie ijzer III in het grondwater ?
Slide 15 - Open question
Lees de Fe3+ gehalte af: 0,7mg/L
Reken deze om naar mol/L M(Fe) = 55,85 g/mol Je deelt het gehalte hierdoor - 1,25x10-5 mol/L
De oplossing was 2 x verdunt dus 2 x 1,25x10-5 =2,5 x 10-5 mol/L