Herhaling les 1,2,3,4

Onderwerp van de les
Herhalen                                          zuren (sterk/zwak)
verbindingen                                 (nieuw) de Mol
ontleden en verbranden
zouten (formules)
Neerslagreacties 
1 / 28
next
Slide 1: Slide
scheikundeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Onderwerp van de les
Herhalen                                          zuren (sterk/zwak)
verbindingen                                 (nieuw) de Mol
ontleden en verbranden
zouten (formules)
Neerslagreacties 

Slide 1 - Slide

Welke krachten spelen een rol tussen deeltjes

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Slide

Geef een voorbeeld van een covalente binding (maak een foto)

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Is dit ook een atoombinding?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Ethaan verbranden (C2H6)
(C->CO2, H->H2O, S->SO2)

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Schrijf de ontledingsreactie van water op.

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Slide

Noteer de neerslagreactie:

Slide 16 - Slide

Noteer de neerslagreactie tussen Zilvernitraat en Natriumchloride.

Slide 17 - Open question

oplos en neerslag:
AgNO3 --> Ag+ + NO3-
NaCl --> Na+ + Cl-

neerslag: Ag+ + Cl- --> AgCl

Slide 18 - Slide

oplossen zuren
Sterk    HCl + H2O --> H3O+  +  Cl-

zwak    HF + H2O <--> H3O+  +  F-

Slide 19 - Slide

uitleg: de MOL
De mol is een grootheid voor "aantal"
bijvoorbeeld:
een paar: 2
een dozijn: 12
een mol: 602000000000000000000000

Slide 20 - Slide

slim gekozen:
1 mol waterstof: 1 gram
1 mol koolstof: 12 gram
1 mol zuurstofatomen: 16 gram
1 mol zuurstofmoleculen: 32 gram
wat valt je op???

Slide 21 - Slide

Als 1 mol koolstof 12 gram is, hoeveel is weegt dan 5 mol koolstof?

Slide 22 - Open question

Je hebt 6 gram koolstof, hoeveel mol is dat dan?

Slide 23 - Open question

omrekenen:
gram naar mol: gedeeld door de molmassa
mol naar gram: maal de molmassa

Slide 24 - Slide

CaCl2 --> Ca2+  +  2 Cl-

stel je hebt 1 deeltje CaCl2, je lost dit op, dan heb je na oplossen 1 deeltje Ca2+ en twee deeltjes Cl- (1 deeltje valt uiteen in 3 kleinere deeltjes)

Slide 25 - Slide

Je lost 1 mol CaCl2 op in water, hoeveel mol Cl- heb je in de oplossing???

Slide 26 - Open question

stomme vergelijking:
Veel studenten vinden dit lastig in het begin, maar zie het zo:
Je hebt 2 fietsen, 2 deeltjes dus.
die sloop je uit elkaar, he hebt nu:
2 sturen, 100 spaken, 2 bellen, etc etc, veel meer. De totale massa is niet veranderd, de AANTALLEN wel.

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Link