Samenvatten Momenten & Elektriciteit

Momenten & Elektriciteit
Herhalen voor de proefwerkweek
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Momenten & Elektriciteit
Herhalen voor de proefwerkweek

Slide 1 - Slide

moment = grootte van kracht x lengte van arm


Kracht is in newton
Lengte van arm is in meter
Moment is in newton meter
M=Fr

Slide 2 - Slide

Draaipunt, kracht en arm
draaipunt
kracht
lengte 
van arm

Slide 3 - Slide

Let goed op!
Kijk bij de opgaven goed waar het draaipunt zit!

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Zwaartekracht
De kracht die bij een moment werkt is de vaak de zwaartekracht.

De zwaartekracht werkt vanuit het zwaartepunt.

Slide 6 - Slide

Elektriciteit

Slide 7 - Slide

Elektrische stroom
Elektrische stroom in een draad bestaat uit bewegende elektronen.
De spanningsbron pompt de elektrische stroom rond.
Er verdwijnen geen elektronen.

Slide 8 - Slide

Symbool voor de grootheid spanning
A
I
B
U
C
A
D
V

Slide 9 - Quiz

Symbool voor de grootheid weerstand
A
Ω
B
R
C
Q
D
I

Slide 10 - Quiz

5 A = ......... mA
A
0,005
B
0,05
C
500
D
5000

Slide 11 - Quiz

Serieschakeling

Slide 12 - Slide

Totale - en vervangingsweerstand  
De begrippen totale weerstand en vervangingsweerstand worden door elkaar heen gebruikt, maar betekenen hetzelfde.
Rv

Slide 13 - Slide

Totale weerstand serieschakeling

Slide 14 - Slide

In een serieschakeling is...
A
de spanning overal gelijk
B
de spanning gelijk verdeeld
C
de stroomsterkte verdeeld
D
de stroomsterkte overal gelijk

Slide 15 - Quiz

In een parallelschakeling is
A
de stroomsterkte verdeeld
B
de stroomsterkte overal hetzelfde
C
de spanning overal hetzelfde
D
de spanning verdeeld

Slide 16 - Quiz

Weerstand berekenen

Weerstand kun je berekenen. 

R= Weerstand in ohm
U = spanning in volt
I = stroomsterkte in ampere

Slide 17 - Slide

Parallelschakeling

Slide 18 - Slide

De begrippen totale weerstand en vervangingsweerstand worden door elkaar heen gebruikt, maar betekenen hetzelfde.
Totale - en vervangingsweerstand  
Rv

Slide 19 - Slide

Vervangingsweerstand parallelschakeling

Slide 20 - Slide

Bekijk de afbeelding.
wat is de waarde die de
stroommeter met het ?-teken
aan geeft? (getal en eenheid!)

Slide 21 - Open question

Bereken de totale weerstand in het schema hiernaast.
A
Rt = 30 Ω
B
Rt = 0,07 Ω
C
Rt = 14,3 Ω
D
Rt = 70 Ω

Slide 22 - Quiz

Bereken de totale weerstand in het schema hiernaast.
A
Rt = 50 Ω
B
Rt = 150 Ω
C
Rt = 0,03 Ω
D
Rt = 33,3 Ω

Slide 23 - Quiz

Bereken de totale weerstand in het schema hiernaast.
A
Rt = 33 Ω
B
Rt = 30 Ω
C
Rt = 0,3 Ω
D
Rt = 3,3 Ω

Slide 24 - Quiz

Bereken de totale stroomsterkte in het schema hiernaast.
A
It = 0,02 A
B
It = 50 A
C
It = 0,09 A
D
It = 11,1 A

Slide 25 - Quiz

Hefbomen

Slide 26 - Mind map

Elektriciteit

Slide 27 - Mind map

Wat denk je te gaan halen voor de toets?

Slide 28 - Open question