Criminaliteit 3: Waarom is er criminaliteit?

Examenkatern Criminaliteit






Hst 3. Waarom is er criminaliteit?
1 / 45
next
Slide 1: Slide
MaskMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Examenkatern Criminaliteit






Hst 3. Waarom is er criminaliteit?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma
Terugblik Hst 1 en Hst 2
Leerdoelen
Uitleg: soorten misdrijven
Uitleg: factoren voor criminaliteit
EXIT
Huiswerk

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions


A. norm
B. waarde
C. criminaliteit
D. delict
E. overtreding
F. misdrijf
G. normvervaging
1. mensen vinden regels 
minder belangrijk.
2. regels over hoe je je 
hoort te gedragen.
3. zwaar strafbaar feit.
4. strafbaar feit.
5. iets dat je belangrijk vindt in je leven.
6. al het gedrag dat door de wet strafbaar is gesteld.
7. licht strafbaar feit.
Maak de juiste combinaties.
timer
1:30

Slide 4 - Slide

A = 2
B = 5
C = 6
D = 4
E = 7
F = 3
G = 1
Vraag
Welke vier kenmerken heeft een maatschappelijk probleem?
timer
1:00

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Antwoord
Welke vier kenmerken heeft een maatschappelijk probleem?
1. veel mensen hebben ermee te maken
2. er zijn verschillende meningen over
3. de media besteed er aandacht aan
4. de politiek moet het oplossen

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Vraag
Wat is het verschil tussen materiële gevolgen en immateriële gevolgen?
timer
1:00

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Antwoord
Wat is het verschil tussen materiële gevolgen en immateriële gevolgen?
1. materiële gevolgen kan je uitdrukken in geld. 
2. immateriële gevolgen kan je niet uitdrukken in geld.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
...ken je de volende begrippen: zware criminaliteit, veelvoorkomende criminaliteit, jeugddelinquenten en recidivisten. (R)
...kan je verschillende factoren die de kans op het ontwikkelen van
strafbaar gedrag vergroten of verkleinen, herkennen. (T1/T2)
...kan je voorbeelden geven van misdrijven en deze herkennen als zwaar of veelvoorkomend. (R/T1)

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Herhalen
Is criminaliteit een maatschappelijk probleem?

- het treft veel mensen
- er zijn verschillende meningen over
- het krijgt aandacht in de media
- de overheid en / of gezamenlijke actie is nodig om het op te lossen

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Herhalen
  • Overtreding: lichte schending van de wet, geen strafblad
  • Misdrijf: zware schending van de wet, wel een strafblad

Gevolgen van criminaliteit:
  • Materieel (GELD) (kosten voor preventie, bestrijding)
  • Immaterieel (GEVOEL) (angst, onveiligheid, emotionele schade normvervaging)

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

Oorsprong van criminologie (Lombroso, frenologie)
Soorten criminaliteit
  • Veelvoorkomende criminaliteit
    - winkeldiefstal, vernieling, fietsendiefstal
  • Zware criminaliteit
    - georganiseerde misdaad (maffia, drugscartels)
  • Witteboordencriminaliteit
    - (belasting)fraude, corruptie

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Soorten criminaliteit
We maken onderscheid tussen overtredingen en misdrijven

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Soorten criminaliteit
Bij misdrijven maken we onderscheid tussen twee zaken.
1) zware criminaliteit
georganiseerde misdaad (maffia, drugskartels), moord, afpersing, etc.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Soorten criminaliteit
Bij misdrijven maken we onderscheid tussen twee zaken.
1) zware criminaliteit
2) veelvoorkomende criminaliteit
winkeldiefstal, fietsendiefstal, vernieling

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Jongeren die het glas van een bushalte kapot maken
A
Veelvoorkomende criminaliteit
B
Zware criminaliteit
C
Witteboordencriminaliteit

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Illegale wapenhandel
A
Veelvoorkomende criminaliteit
B
Zware criminaliteit
C
Witteboordencriminaliteit

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Belastingfraude
A
Veelvoorkomende criminaliteit
B
Zware criminaliteit
C
Witteboordencriminaliteit

Slide 19 - Quiz

Behoort bij C omdat het vaak gepleegd wordt door mensen met een hoge sociale status. 
Mensenhandel
A
Veelvoorkomende criminaliteit
B
Zware criminaliteit
C
Witteboordencriminaliteit

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

ZELFSTANDIG WERKEN
Examenkatern criminaliteit
  • Hst 3 vraag 5
timer
2:00

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Beschermende factoren
  1. werk en onderwijs > minder tijd voor andere zaken.
  2. relatie > geeft zekerheid.
  3. gezin > opgroeien in veiligheid
  4. sociale vaardigheden > vaardigheden om met anderen om te gaan en te communiceren.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Risico factoren
  1. Psychische en/of gedragsproblemen = aangeboren eigenschappen en moeilijk te veranderen.
  2. Slechte opvoeding 
  3. Alcohol en/of drugsgebruik
  4. Groepsgedrag > groepsdruk door 'foute vrienden'

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Risicofactoren: vergroten kans op crimineel gedrag

  • Groepsgedrag (foute vrienden, groepsdruk)
  • Psychische en gedragsproblemen
  • Opvoeding, thuissituatie
  • Alcohol en drugsgebruik
  • Geslacht?

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

ZELFSTANDIG WERKEN
Examenkatern criminaliteit
  • Hst 3 vraag 8
timer
2:00

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Jeugddelinquenten
  • onder jongeren (16-23 jaar) = veelvoorkomende criminaliteit
  • 5% van deze groep zal door gaan met deze criminaliteit (wordt steeds zwaarder). 
  • recidivisten = criminelen die steeds opnieuw strafbare feiten plegen.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

ZELFSTANDIG WERKEN
Examenkatern criminaliteit
  • Hst 3 vraag 1 t/m 4.
timer
2:00

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
...ken je de volende begrippen: zware criminaliteit, veelvoorkomende criminaliteit, jeugddelinquenten en recidivisten. (R)
...kan je verschillende factoren die de kans op het ontwikkelen van
strafbaar gedrag vergroten of verkleinen, herkennen. (T1/T2)
...kan je voorbeelden geven van misdrijven en deze herkennen als zwaar of veelvoorkomend. (R/T1)

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Verder oefenen met leerdoelen
Hierna volgen vragen die antwoord geven op de leerdoelen van deze les.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Noem de verschillende factoren die de kans op het ontwikkelen van strafbaar gedrag vergroten.

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Noem de verschillende factoren die de kans op het ontwikkelen van strafbaar gedrag verkleinen.

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

Geef twee voorbeelden van een misdrijf en noem of deze behoort tot de zware of veelvoorkomende criminaliteit.

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

Toepassing van lesstof
In de volgende oefening lees je steeds een deel van een artikel. Beantwoord daarna steeds de vragen over dat artikel.
"Het vooroordeel is dat meisjes geen criminele feiten plegen."
bron: NRC (03-09-2023)

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Deel 1.
Het vooroordeel is dat meisjes geen criminele feiten plegen
Ze werd geschopt, geslagen en aan haar haren getrokken. De beelden belandden op sociale media. En daardoor kon de politie vorige week zeven minderjarige verdachten van de mishandeling van het 13-jarige slachtoffer aanhouden: drie meisjes van veertien, twee meisjes van vijftien en twee jongens.

De Zoetermeerse burgemeester Michel Bezuijen reageerde verbaasd en geschrokken en sprak tegen het AD van „een nieuw fenomeen met meisjes op jonge leeftijd” die in groepsverband geweld plegen.
Universitair hoofddocent Anne-Marie Slotboom, verbonden aan de afdeling strafrecht en criminologie van Vrije Universiteit, staat echter niet te kijken van de samenstelling van de dadergroep. „We hebben in Nederland moeite om meisjes te zien als jongeren die zich ook aan dit soort serieuze strafbare feiten schuldig maken.”

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Is mishandeling een voorbeeld van zware of veelvoorkomende criminaliteit? Leg uit hoe je dat weet.

Slide 36 - Open question

This item has no instructions

Hoeveel meisjes waren betrokken bij de mishandeling waar je over leest in het artikel?

Slide 37 - Open question

This item has no instructions

Verschillen de burgemeester en de docent aan de Vrije Universiteit van mening met elkaar?
(schrijf eerst de mening op van de burgemeester en de docent, vergelijk deze daarna met elkaar)

Slide 38 - Open question

This item has no instructions

Deel 2.
Het vooroordeel is dat meisjes geen criminele feiten plegen
Worden meisjes lichter gestraft?


„Van de jongeren die als verdachte in beeld bij de politie komen, is de afgelopen jaren gemiddeld 22 procent meisje en 78 procent jongen. In de (jeugd)gevangenis is 5 procent meisje en 95 procent jongen. Dat verschil is niet volledig te verklaren doordat meisjes lichtere delicten plegen en minder in herhaling vallen. Er zijn aanwijzingen dat meisjes voor hetzelfde delict lichtere straffen krijgen. „Het heeft bijvoorbeeld te maken met hun proceshouding: meisjes stellen zich tijdens een strafzaak meewerkender op en bekennen eerder, terwijl jongens hun mond houden. Die houding mag een rechter meewegen. Maar tegelijkertijd weten meisjes ook veel beter hoe ze zich het beste kunnen gedragen: dan gaan ze opeens heel zielig doen en huilen. Dat doet een ander appèl op een rechter of officier dan iemand die stoer doet en zwijgt of een grote mond heeft.”

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Welke 'houding' wordt meegenomen in het bepalen van een straf?

Slide 40 - Open question

This item has no instructions

Welke beschermende factor voor criminaliteit herken je in het artikel (deel 2)?
A
Werk en onderwijs
B
Relatie
C
Gezin
D
Sociale vaardigheden

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Deel 3.
Het vooroordeel is dat meisjes geen criminele feiten plegen
Dat klinkt als ongelijke behandeling. Vindt u dat geoorloofd?


„Puur strafrechtelijk zou de bejegening voor jongens en meisjes die hetzelfde delict plegen hetzelfde moeten zijn, anders zijn jongens slechter af in het strafrecht dan meisjes. Maar die bejegening moet juist anders op het moment dat ze gestraft zijn. Bij meisjes die met het strafrecht in aanraking komen, speelt een andere problematiek: ze hebben vaker te maken met seksueel misbruik, mishandeling en depressie. Die combinatie van factoren zie je niet snel bij jongens. Daarom zou je ze ook een ander soort interventieprogramma moeten opleggen dan aan jongens om te voorkomen dat ze in herhaling vallen: bijvoorbeeld traumaverwerking in plaats van agressieregulatietraining.”


Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Welke risicofactor voor criminaliteit herken je in het artikel (deel 3)?
A
Slechte opvoeding
B
Psychische en/of gedragsproblemen
C
Groepsgedrag
D
Alcohol en/of drugsgebruik

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

Noem twee andere problemen waar meisjes vaker mee te maken hebben dan jongens.

Slide 44 - Open question

This item has no instructions

Deel 4.
Het vooroordeel is dat meisjes geen criminele feiten plegen
Waarom zou een andere aanpak van criminaliteit bij meisjes prioriteit moeten krijgen?


„Meisjes en vrouwen die serieus met het strafrecht in aanraking komen, gaat het op de lange termijn slecht af in de samenleving. Ze krijgen jong kinderen en hebben vaak geen inkomen. Hun kinderen hebben vaak geen eerlijke kans om goed op te groeien en doen het slechter dan kinderen van vaders die gedetineerd zijn geweest. Dat is een voedingsbodem voor een nieuwe generatie van probleemgevallen.”

Slide 45 - Slide

This item has no instructions