This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
vraag en aanbod
Slide 1 - Slide
Een aanbodlijn ...
A
Stijgt; meer kosten per product.
B
Daalt; meer kosten per product.
C
Stijgt; minder kosten per product.
D
Daalt; minder kosten per product.
Slide 2 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een vraaglijn?
A
Q = -2p + 100
B
Q = 3p - 85
Slide 3 - Quiz
Het snijpunt van vraag en aanbod noem je:
A
gevaarlijk
B
waardeloos
C
geen winst geen verlies
D
evenwicht
Slide 4 - Quiz
De aanbodlijn verschuift bij:
A
De prijs van het product verandert
B
Er zijn meer aanbieders door kostenvermindering
Slide 5 - Quiz
Als de kosten stijgen. Wat gebeurd er dan met de aanbodlijn?
A
B
Slide 6 - Quiz
Wat is de betalingsbereidheid?
A
De prijs die vragers minimaal bereid zijn te betalen
B
De prijs die aanbieders minimaal voor hun product vragen
C
De prijs die vragers maximaal bereid zijn te betalen
D
De prijs die aanbieders maximaal bereid zijn te vragen voor hun product
Slide 7 - Quiz
De aanbodlijn is een overzicht van ...
A
De betalingsbereidheid van consumenten
B
Consumentvertrouwen
C
De kosten
D
De leveringsbereidheid van producenten
Slide 8 - Quiz
Op de markt voor kopieermachines zijn vraag en aanbod als volgt: Qv = -2P + 10 Qa = 3P – 5 Q de hoeveelheid (× 1.000) en P de prijs in euro’s (× 1.000) weergeven. Bereken de evenwichtsprijs.
A
€1000,-
B
€3000.-
C
€5000,-
D
€15000,-
Slide 9 - Quiz
Een verschuiving VAN de aanbodlijn komt NIET door:
A
De verandering van prijs
B
hogere arbeidskosten
C
Lager grondstofkosten
D
Verbeterde technologie
Slide 10 - Quiz
Vraaglijnen kunnen ook verschuiven. Wat is geen reden dat een vraaglijn verschuift
A
Hoogte van het inkomen
B
De behoeften en voorkeuren van de vragers
C
De prijs van andere producten
D
Betere technologie, waardoor je goedkoper kan produceren
Slide 11 - Quiz
Bekijk de vraaglijn hiernaast. Welke formule hoort bij deze vraaglijn?