This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
4. Lucht
Oefentoets Lucht
Slide 1 - Slide
Isis zegt: ‘Planten hebben koolstofdioxide nodig om te groeien.’ Simon zegt: ‘In zuivere stikstof kun je niet leven.’ Wie heeft er gelijk?
A
Beiden hebben ongelijk.
B
Alleen Isis heeft gelijk.
C
Alleen Simon heeft gelijk.
D
Ze hebben allebei gelijk.
Slide 2 - Quiz
Arie zuigt twee Maagdenburgse halve bollen vacuüm met behulp van een vacuümpomp en een slang. Leg uit waarom de slang zo stevig uitgevoerd is.
Slide 3 - Open question
In een fietsband zit lucht. De band is hard opgepompt. De lucht in de band geeft een tegendruk.
A
De tegendruk in de band is even groot als de luchtdruk.
B
De tegendruk in de band is groter dan de luchtdruk.
C
De tegendruk in de band is kleiner dan de luchtdruk.
Slide 4 - Quiz
In het figuur hiernaast zie je een cirkeldiagram van de samenstelling van lucht. Welke stof moet bij A staan?
Slide 5 - Open question
In het figuur hiernaast zie je een cirkeldiagram van de samenstelling van lucht. Welke stof moet bij B staan?
Slide 6 - Open question
Een manometer is aangesloten op een vrachtwagenband. De meter wijst 4,2 bar aan. Wat is de echte druk in de band? Leg uit.
Slide 7 - Open question
Wat is de wet van Boyle?
A
Als je het volume n x zo klein maakt, dan wordt de druk n x zo groot
B
Als je het volume n x zo klein maakt, dan wordt de druk n x zo klein
C
Als je het volume n x zo groot maakt, dan wordt de druk n x zo groot
D
Als je het volume n x zo klein maakt, dan wordt de druk 2n x zo groot
Slide 8 - Quiz
Myriam trekt het handvat van een fietspomp 50 cm omhoog. Dan houdt ze de slang dicht en duwt het handvat 25 cm naar beneden. De druk van de buitenlucht is 1 bar. Wat is de druk in de pomp onder de zuiger? Denk aan gegeven, gevraagd en oplossing
Slide 9 - Open question
Waarom voelt wind in ons land meestal koud aan?
A
De wind blaast isolerende warme lucht weg.
B
De wind blaast isolerende waterdruppels op de huid weg.
C
De wind is altijd kouder dan de luchttemperatuur.
D
De wind stroomt eerst over een kouder oppervlak dan ons lichaam.
Slide 10 - Quiz
Wat is convectiestroming?
A
stroming van lucht boven een koud voorwerp
B
stroming van lucht die op één plaats verwarmd wordt
C
stroming van lucht doordat een deur openstaat
D
stroming van lucht langs de vloer
Slide 11 - Quiz
Hoe verandert de luchtdruk als je een berg opklimt?
A
De luchtdruk neemt toe
B
De luchtdruk blijft hetzelfde
C
De luchttdruk neemt af
D
Dat hangt van de wind af
Slide 12 - Quiz
Pieter pompt een fietsband op totdat de luchtdruk in de band 3,7 bar is. Daarna meet hij de bandenspanning met een manometer. Welke druk geeft de manometer aan?
A
1,7 bar
B
2,7 bar
C
3,7 bar
D
4,7 bar
Slide 13 - Quiz
Een heteluchtballon wordt voorbereid op de start . De ballon staat op het punt om op te stijgen. Welke uitspraak is juist?
A
De koude lucht in de ballon heeft een grotere dichtheid dan de buitenlucht.
B
De koude lucht in de ballon heeft een kleinere dichtheid dan de buitenlucht.
C
De warme lucht in de ballon heeft een grotere dichtheid dan de buitenlucht.
D
De warme lucht in de ballon heeft een kleinere dichtheid dan de buitenlucht.
Slide 14 - Quiz
Bij de verbranding van aardgas ontstaan verbrandingsgassen. Welk gas is nodig voor de verbranding van een brandstof?
Slide 15 - Open question
Bij de verbranding van aardgas ontstaan verbrandingsgassen. Noteer twee verbrandingsgassen die ontstaan bij de verbranding van aardgas
Slide 16 - Open question
Een literfles cola wordt geopend in de buitenlucht. Er is een sissend geluid hoorbaar. Er ontsnapt een gas. Welke uitspraak is juist?
A
De druk in de fles was groter dan 1,0 bar.
B
De druk in de fles was kleiner dan 1,0 bar.
C
De wand van de fles wordt bij het openen iets naar binnen gedrukt.
D
De wand van de fles wordt bij het openen iets naar buiten gedrukt.
Slide 17 - Quiz
Met een barometer kun je meten hoe groot de luchtdruk is. Leg de werking van een barometer uit.
Slide 18 - Open question
HAVO Verfrissingsdoekje is een vochtig doekje waarmee je jezelf even kunt opfrissen. Als je met zo'n doekje over je voorhoofd veegt, voel je je huid daar afkoelen. Als vloeistof voor de doekjes wordt meestal alcohol gebruikt.
Leg uit hoe het komt dat alcohol een sterker afkoelend effect heeft dan water.
Slide 19 - Open question
HAVO Verfrissingsdoekje is een vochtig doekje waarmee je jezelf even kunt opfrissen. Als je met zo'n doekje over je voorhoofd veegt, voel je je huid daar afkoelen. Als vloeistof voor de doekjes wordt meestal alcohol gebruikt.
Leg uit hoe het komt dat het afkoelend effect bij alcohol wel veel korter duurt.