Een bijzin is altijd samen met een hoofdzin. De bijzin begint na:
omdat, als, terwijl, zeggen dat, denken dat, vragen of
In de bijzin komt het werkwoord altijd aan het eind.
Voegwoord - wie/wat - rest - werkwoord - 2e werkwoord
Ik doe boodschappen, als de melk op is.
Ik ga naar school, omdat ik goed Nederlands wil leren.