Open your books on page one hundred and forty-eight please
Slide 7 - Slide
Grammar 5: negative questions
Je gebruikt ontkennende vragen om:
- Te vragen om bevestiging
- Ergernis uit te drukken
- Ongeloof uit te drukken
Slide 8 - Slide
Grammar 5: negative questions
Welk woord in het Engels geeft een ontkenning aan?
Slide 9 - Slide
Grammar 5: negative questions
Wanneer er een vorm van to be, have got/has got, of een hulpwerkwoord in de zin staat, dan zet je deze vooraan in de zin gevolgd door NOT:
Aram has got a brother named Leon.
Hasn't Aram got a brother named Leon?
Slide 10 - Slide
Grammar 5: negative questions
In alle andere gevallen maak je een ontkennende vraag op deze manier:
Don't/doesn't/didn't + onderwerp + hele werkwoord
Didn't you visit the Grand Canyon?
Don't they have tickets for Disneyland?
Slide 11 - Slide
VERGEET HET VRAAGTEKEN NIET ACHTER DE ZIN TE ZETTEN!
Dit scheelt punten op de toets!
Slide 12 - Slide
timer
1:00
Do the exercises on the sheet I gave you
Done? Study C and D
Slide 13 - Slide
Test!
Volgende week zijn er leestoetsen. Hiervoor kun je niet echt leren, maar dit gaan we volgende week wel oefenen in de klas. Deze toets telt vier keer mee:
3M3: vrijdag 2 oktober
3M4: donderdag 1 oktober
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
End of lesson
- Bring the right books! (also your reading book and notebook)