zondag: van het Latijnse dies solis ('dag van de zon').
maandag: een vertaling van het Latijnse dies lunae ('dag van de maan').
dinsdag: waarschijnlijk genoemd naar een verder onbekende, Germaanse god Thingsus, de god van de volksvergadering. Een andere mogelijkheid is een verband met ding in de betekenis 'vastgestelde tijd voor de rechtszitting'. Mogelijk werd er in vroeger tijden op dinsdag rechtgesproken. In het Latijn heette de dinsdag dies Martis: de dag van Mars, de oorlogsgod.
woensdag: genoemd naar Wodan, de Germaanse oppergod. Bij de Romeinen was woensdag de dies Mercurii: de dag van Mercurius, de god van de handel en winst.