Met het einde van het Romeinse Rijk begint een nieuw tijdperk in Europa. Dit tijdperk noemen wij de Middeleeuwen. De Middeleeuwen duren 1000 jaar: van 500 tot 1500.
Tijdvak 3 en 4 gaan over de Middeleeuwen.
(H3 en H4)
Tijd van Monniken en Ridders - Hoofdstuk 3
1 / 15
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
This lesson contains 15 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Met het einde van het Romeinse Rijk begint een nieuw tijdperk in Europa. Dit tijdperk noemen wij de Middeleeuwen. De Middeleeuwen duren 1000 jaar: van 500 tot 1500.
Tijdvak 3 en 4 gaan over de Middeleeuwen.
(H3 en H4)
Tijd van Monniken en Ridders - Hoofdstuk 3
Slide 1 - Slide
Leenstelsel
Hofstelsel
Bestuurssysteem met leenheren en leenmannen
Economisch systeem met horigen op domeinen
De top van de samenleving
Lager in de samenleving
Politiek en militair
Economisch en sociaal
Regionaal en/ of landelijk
Lokaal en/of plaatselijk
Slide 2 - Drag question
Leerdoelen 3.4
Aan het eind van deze les kun je:
uitleggen hoe het christendom verspreidde door Europa na de val van het West-Romeinse Rijk, en
verklaren hoe en waarom christelijke en Germaanse gebruiken samensmolten.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Hoe het christendom werd verspreid in Europa
Christendom werd in 395 de Romeinse staatsgodsdienst, maar had weinig aanhangers
Kerk stuurde missionarissen door het rijk om mensen te kerstenen (bekeren)
Vooral hooggeplaatsten (zoals koningen) waren het doelwit
Bekeer je de koning, dan volgt hun volk.
Voordeel koningen: steun van een goed georganiseerde kerk
Let wel: meeste bekeringen waren onder dwang.
3.4 Christendom in Europa
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Karel en de Saksen
Christelijke heersers hielpen de kerk met de kerstening door overwonnen volkeren te dwingen tot het christendom.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Hoe christelijke en Germaanse gebruiken samensmolten
Bij het bekeren van Germaanse stammen werd eerst het stamhoofd/koning bekeerd en daarna volgde de rest van de stam
Bekering ging niet snel genoeg / niet overtuigend genoeg voor het volk, dus ...
Christendom gemixt met heidense elementen, uiteindelijk ook overname van gebruiken --> Syncretisme
3.4 Christendom in Europa
Slide 10 - Slide
Syncretisme
Wederzijdse beïnvloeding - bijv. twee culturen die elkaar beïnvloeden
Maandag - is vernoemd naar de maan
Dinsdag - is vernoemd naar Tyr (ook wel Thingsus genoemd). Hij was een oorlogsgod.
Woensdag - is vernoemd naar Wodan (ook wel Odin genoemd). Hij was de oppergod in de Noordse mythologie
Donderdag - is vernoemd naar Donar, de god van de donder (ook wel Thor genoemd).
Vrijdag - is vernoemd naar Freya, de godin van de vruchtbaarheid.
Zaterdag - vernoemd naar 'dies Saturni', dag van Saturnus, god van de landbouw.
Zondag - is vernoemd naar de zon.
Voordelen: bestaande gebruiken konden blijven bestaan, waardoor het nieuwe geloof niet al te bedreigend overkwam en eerder (in delen) werd geaccepteerd
Slide 11 - Slide
Syncretisme
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Het lentefeest en feest voor de vruchtbaarheid werd Pasen
Slide 14 - Slide
Syncretisme
25 december was een heidense feestdag waarop bomen versierd werden om kwade geesten te verjagen --> werd geboortedag Jezus.
Zelfs het woord 'God' is Germaans: 'datgene waaraan wordt geofferd'.