HC_TEFL8/9_week3

TEFL8/9
hoorcollege week 3
de receptieve vaardigheden; hfst 3, 8 & 9
1 / 27
next
Slide 1: Slide
CommunicatieHBOStudiejaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

TEFL8/9
hoorcollege week 3
de receptieve vaardigheden; hfst 3, 8 & 9

Slide 1 - Slide

Leerdoelen: De student ...
.......... is zich bewust van het belang van docent handelen voor het bevorderen van lees- en luistervaardigheid van leerlingen. 
......... is bekend met een aantal sleuteltermen van de didactiek van lees- en luistervaardigheid. 
.......... kan overeenkomsten en verschillen benoemen tussen lees- en luistervaardigheid (didactiek). 
......... kan kritisch kijken naar veel gangbare didactische middelen die in de praktijk gebruikt worden voor lees- en luistervaardigheid. 
.......... kan eigen didactisch repertoire tav lees- en luistervaardigheid kritisch bekijken.  

Slide 2 - Slide

input = boodschap ->

Slide 3 - Slide

input = boodschap ->

Slide 4 - Slide

Voorbereiding:
Bestuderen hfst 3, 8 en 9
Bekijken: Prezi

Slide 5 - Slide

Oefenparameters

Slide 6 - Slide

Als een lees/luistertekst moeilijk is qua taalgebruik dan kun je de oefenparameters aanpassen door
A
van te voren eventuele moeilijke (sleutelwoorden) te behandelen
B
meteen na het lezen moeilijke woorden behandelen
C
de tekst hardop laten voorlezen
D
voorkennis activeren van het onderwerp

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Het hardop laten voorlezen van een tekst door een leerling is vooral goed voor:
A
het tekstbegrip
B
de uitspraak
C
tempo lezen
D
klank-tekenkoppeling

Slide 11 - Quiz

Welk van de volgende is het minst effectief om de leesvaardigheid te verbeteren:
A
veel meerkeuze vragen oefenen
B
vergroten van de receptieve woordenschat
C
aanleren van lees strategieën
D
veel leeskilometers maken

Slide 12 - Quiz

Geen meerkeuze???? wat dan wel?

Slide 13 - Slide

Wat is jouw ervaring: naar wie of wat luisteren de leerlingen/studenten vooral tijdens de les?
A
luisterteksten van de methode
B
liedjes en/of video/clipjes
C
de docent
D
luistertoetsen

Slide 14 - Quiz

luisteren - luistervaardigheid
  • eenzijdig of tweezijdig luisteren
  • gecombineerd met andere (taal)vaardigheden
  • soorten teksten.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Hoe kun je meer gesproken Engels in de klas gebruiken:
Gebruik “Classroom English”. 
  • Vermijd “ondertiteling” 
  • Gebruik non-verbale middelen ter ondersteuning 
Gebruik luisteractiviteiten / spelvormen: 
  • TPR, picture dictation, flash cards, spot the difference, fill the gaps, number bingo, story telling, guessing games, etc 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

welk soort teksten leent zich vooral voor structurerend luisteren:
A
bericht op station over vertragingen
B
interview over nieuwe film
C
weerbericht op radio
D
SLB bijeenkomst met praktische info

Slide 20 - Quiz

Welke vorm(en) van tekstbegrip worden hier (vooral) geoefend? 

Slide 21 - Slide

Welke vorm(en) van luisteren en tekstbegrip worden hier (vooral) geoefend? 

Slide 22 - Slide

gemanipuleerde samenvatting reconstrueren
Structureer
oefening
samenvatten
beste samenvatting kiezen
gespleten zinnen matchen
kopjes kiezen
vertel het verhaal na in je eigen woorden
gaten vullen

Slide 23 - Drag question

Verschillen fasen modellen lezen en luisteren; blz. 158 en 182
Vergelijk de fasen modellen voor lezen en luisteren:
  • Bekijk eerst de stappen/fasen: verschillend / gelijk?
  • Bekijk de realisatie van de stappen: verschillend / gelijk?
  • Bekijk de toelichting: verschillend / gelijk? 

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Volgende week (1):
Bestudeer/ herhaal hfst 3, 8 & 9
Voorbereiding WC: 
  • Indien je een (deel van een) tekst door lln laat voorlezen: welke tekst kies je dan? En wat is het doel?
  • Leg een lees- of luisterles die je uitvoert (of gaat uitvoeren) in WPL2b "langs" het fasenmodel: heb je alle fasen doorlopen en hoe? 

Slide 26 - Slide

Volgende week (2):
Bestudeer hfst. 13: woordenschat (voor HC)
voorbereiding WC: 
Hoeveel aandacht is er in de les voor de verwerking van woordenschat (dus geen toetsing!)
Als je observeert (of in boek): is de aandacht voor woorden op de juiste momenten (volgens fasen model)?
Hoe is de balans tussen aandacht voor woordenschat en aandacht voor grammatica? (in les of in boek?)
NB: week 1.5: Hoorcollege over hfst. 4, 10 en 11.

Slide 27 - Slide