Bijles 5

In deze les:
1. Overhoren woordenlijst A
2. Nakijken 3.3b
3. Grammatik 4.3: zwakke werkwoorden
4. Grammatik 6.4: werkwoorden met een -s klank
5. Grammatik 14.3: het zelfstandig naamwoord
6. Grammatik 15.2: ein 
7.  Huiswerk
1 / 10
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

In deze les:
1. Overhoren woordenlijst A
2. Nakijken 3.3b
3. Grammatik 4.3: zwakke werkwoorden
4. Grammatik 6.4: werkwoorden met een -s klank
5. Grammatik 14.3: het zelfstandig naamwoord
6. Grammatik 15.2: ein 
7.  Huiswerk

Slide 1 - Slide

1. Overhoren woordenlijst A
Textbuch Seite 33
Let op de meervoudsvormen!

Slide 2 - Slide

2. Nakijken 3.3
Arbeitsbuch Seite 45

1. die Marmelade
2. zum Frühstück
3. die Speisekarte
4. die Gläser
5. kochen
6. das Salz
7. der Pfeffer
8. lecker
9. am liebsten
10. ein bisschen
11. der Schinken
12. der Zucker
13. der Käse

14. den Tisch decken
15. Es gibt

Slide 3 - Slide

3. Grammatik 4.3
Textbuch Seite 31  (1. zwakke werkwoorden) + Arbeitsbuch Seite 49 
Hoofdregel: E ST T EN T EN
Ich - stam + e
Du - stam + st
Er/sie/es - stam + t
Wir - stam + en
Ihr - stam + t
Sie/sie - stam + en

Slide 4 - Slide

4. Grammatik 6.4 - werkwoorden met een -d/-t

Textbuch Seite 31 + Arbeitsbuch Seite 54
Er verandert hier, ten opzichte van de uitgangen bij de zwakke werkwoorden, iets bij du, er/sie/es en ihr.
Namelijk een -e tussen stam en uitgang.
Ook het geval bij werkwoorden die eindigen op -nen/-men.
Bv. regnen. Es regnet. Of atmen. Er atmet. 

Slide 5 - Slide

4. Grammatik 6.4 - werkwoorden met een -s klank

Textbuch Seite 31 + Arbeitsbuch Seite 54
Wanneer de stam van een werkwoord eindigt op een -s klank, komt er bij 'du' alleen een 't' als uitgang. 
-s klanken zijn: -s, -ss, -ß, of -z.

Slide 6 - Slide

5. Grammatik 14.3 - zelf. nw. 
Textbuch Seite 32 + Arbeitsbuch Seite 61
Der - mannelijk
Die - vrouwelijk
Das - onzijdig (verkleinwoorden op -chen of -lein + het)
Die - meervoud

Slide 7 - Slide

6. Grammatik 15.2 - ein
Textbuch Seite 32 + Arbeitsbuch Seite 64
Ein = een - mannelijk
Eine = een - vrouwelijk
Kein/Keine = geen

Slide 8 - Slide

7. Huiswerk
1. Leren van woordenlijsten A en B
2. Plauderecke A en B
3. Alle grammatica van Kapitel 2

Slide 9 - Slide

Volgende keer:
Vrijdag 18 december om 9:00 uur
Belangrijkste dingen van Kapitel 3 bespreken

Slide 10 - Slide