Als energie wordt doorgegeven aan het volgende trofische niveau.
C
biomassa
D
De plaats van een organisme in een voedselketen.
Slide 10 - Quiz
De taak van energierijke stoffen is:
A
voor de groei
B
om op temperatuur te blijven
C
om warm te blijven en om te kunnen bewegen
Slide 11 - Quiz
Welke voedingsstof hoort niet bij de energierijke stoffen
A
zetmeel
B
eiwitten
C
vitaminen
D
glucose
Slide 12 - Quiz
Wat is het BMI?
Body mass index.
BMI berekent of je een gezond gewicht hebt ten opzichte van je lichaamslengte.
Slide 13 - Slide
BMI
Slide 14 - Slide
Wat is BMI
A
De nieuwste BMW
B
Een depressie
C
Een eetstoornis
D
Een hulpmiddel om te berekenen of je een gezond gewicht hebt
Slide 15 - Quiz
Hoe bereken je je BMI?
A
gewicht/lengte
B
gewicht/(lengte x leeftijd)
C
gewicht/lengte x lengte
D
gewicht/leeftijd x leeftijd
Slide 16 - Quiz
BMI staat voor
A
Body Mass Indicator
B
Body Mystery Index
C
Body Mass Index
D
Body Misses Index
Slide 17 - Quiz
Tandbederf
Tandbederf/cariës = gaatjes
Tandplak = kleverig laagje van bacteriën en voedselresten
Fluor in tandpasta maakt glazuur sterker
Slide 18 - Slide
Hoe ontstaat tandbederf?
Tandbederf: je krijgt gaatjes doodat bacteriën suikers omzetten in zuur.
Dit zuur lost het glazuur en tandbeen op.
Met fluor in tandpaste kun je tandbederf
voorkomen.
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Video
wat is tandbederf
A
voedselinfectie in je mond
B
gaatjes in je tong
C
gaatjes in je tanden
D
zuur dat om word gezet in suiker
Slide 21 - Quiz
Wat is een ander woord voor tandbederf?
A
diabetes
B
caries
C
tandsteen
D
canaries
Slide 22 - Quiz
Tandbederf ontstaat door:
A
suikers die je glazuur aantasten
B
bacterien die je glazuur aantasten
C
zuren die je glazuur aantasten
D
mineralen die je glazuur aantasten
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Video
Zo moet je je tanden poetsen!
Slide 25 - Slide
Hoe vaak moet je je tanden poetsen?
A
1 keer
B
2 keer
C
helemaal niet
Slide 26 - Quiz
Hoelang moet je je tanden poetsen?
A
1 minuut
B
2 seconden
C
2 minuten
D
30 seconden
Slide 27 - Quiz
Slide 28 - Video
Obesitas
Zwaar overgewicht
Hoe:
Te veel eten (energierijke stoffen)
Te weinig bewegen
Voorkomen:
Inname energierijke stoffen beperken
Slide 29 - Slide
Tekst
lager dan 18,5 BMI
18,5 - 25
25-30
30-40
hoger dan 40
morbide obesitas
ondergewicht
overgewicht
obesitas, vertzucht
gezond geicht
Slide 30 - Drag question
Obesitas en overgewicht zijn hetzelfde
A
Waar
B
Niet waar
Slide 31 - Quiz
Wat is obesitas?
A
Zwaar overgewicht
B
Ondergewicht
C
Geen idee
D
Normaal gewicht
Slide 32 - Quiz
Welke twee woorden betekenen ongeveer hetzelfde?
obesitas
ondervoeding
symptoom
zwaarlijvigheid
Slide 33 - Drag question
Medische gevolgen van obesitas zijn:
timer
0:20
A
dik worden, suikerziekte en veel last van hoofdpijn
B
huidaandoening, incontinent en haaruitval
C
hoge bloeddruk, diabetes, hart- en vaatziekte en een hoog cholesterol
D
lage bloeddruk, verminderde weerstand, laag cholesterol
Slide 34 - Quiz
Werkstuk maken
Anorexia en Boulima zijn eetstoornissen. Maar wat is het? Wat is het verschil tussen deze eetstoornissen? Hoe komt het? Wat zijn de gevolgen? Hoeveel mensen in Nederland hebben er last van?
Slide 35 - Slide
PPT of word
Je maakt je werkstuk in word of PPT.
Zoek bijbehorende afbeeldingen op.
Gebruik eigen woorden. Zinnen niet te lang.Snap je het zelf ook?