Begrijpend lezen

Begrijpend lezen
1 / 54
next
Slide 1: Mind map
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 54 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Begrijpend lezen

Slide 1 - Mind map

Welke tekstvorm hoort bij een instruerende tekst?
A
Rouwkaart
B
Een krantenartikel
C
Handleiding Ikea-kast
D
Reclame

Slide 2 - Quiz

Benoem de tekstdoelen?

Slide 3 - Mind map

Een uitnodiging is een voorbeeld van een
A
informatieve tekst
B
amuserende tekst
C
instruerende tekst
D
activerende tekst

Slide 4 - Quiz

Wat is een tekstdoel?
A
Artikel
B
Recept
C
Instrueren
D
Blog

Slide 5 - Quiz

Wat is een tekstsoort?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Amuseren
D
Gebruiksaanwijzing

Slide 6 - Quiz

Bij globaal lezen, lees je....?

Slide 7 - Open question

Het onderwerp en de hoofdgedachte zijn hetzelfde
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Globaal lezen is hetzelfde als zoekend lezen
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

De lead van een tekst is
A
De titel van een tekst
B
De hoofdgedachte
C
Een binnenkomer
D
Een tussenkopje

Slide 10 - Quiz

Wat staat er in de inleiding?

Slide 11 - Open question

Wat staat er in de kern?

Slide 12 - Open question

Wat staat er in het slot?

Slide 13 - Open question

Leesvaardigheid
  • Doel en publiek
  • De indeling van teksten
  • Opbouw van een tekst
  • Onderwerp en hoofdgedachte
  • Leesstrategieën
  • Tekstdoelen

Slide 14 - Slide

Doel 
Doel van de tekst
  • wat wil de schrijver met de tekst bereiken?
  • sommige teksten hebben meerdere doelen, maar bijna altijd is één van die doelen het hoofddoel.

Slide 15 - Slide

Publiek
Doelgroep
  • voor wie is de tekst bedoeld? Wie leest de tekst?
  • de schrijver past zijn taalgebruik en de stijl van de tekst vaak aan het publiek aan. 

Slide 16 - Slide

Uitleg
Doel en publiek beïnvloeden de vorm van een tekst

Teksten over het onderwerp kunnen totaal verschillen.
Het is maar net welk doel de tekst heeft en voor welk publiek hij geschreven is.

Slide 17 - Slide

Ingezonden brief aanpakken verkoop namaakkleding. Tekstdoel?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Amuseren
D
Instrueren

Slide 18 - Quiz

Ingezonden brief aanpakken verkoop namaakkleding. Publiek?
A
Redactie
B
Lezers
C
Iedereen
D
Verkopers namaakkleding

Slide 19 - Quiz

Blog over goedkoop namaakkleding kopen in India. Tekstdoel?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren
D
Instrueren

Slide 20 - Quiz

Reisblog over namaakkleding kopen in India. Publiek?
A
Internetters
B
Consumenten
C
Reizigers
D
Handelaren

Slide 21 - Quiz

Indeling van teksten
  • Structuur van de tekst begrijpen
  • Vaak vaste onderdelen

Slide 22 - Slide

Wat is een alinea?

Slide 23 - Slide

Vaste tekstonderdelen
  • Titel --> onderwerp
  • Lead --> vetgedrukt. Vat samen / aandacht
  • Intro --> vertelt waar de tekst over gaat
  • Kern --> behandelt deelonderwerpen
  • Slot --> samenvatting of conclusie

Slide 24 - Slide

Welk onderdeel van een tekst bevat de deelonderwerpen?
A
De lead
B
De titel
C
Het slot
D
De kern

Slide 25 - Quiz

Wat is de functie van de lead in een tekst?
A
Een samenvatting geven van het onderwerp
B
Een conclusie geven
C
Vertellen waar de tekst over gaat
D
De deelonderwerpen behandelen

Slide 26 - Quiz

Tekstdelen

Slide 27 - Slide

Inleiding
  • Onderwerp
  • Probleem
  • Vragen
  • Situatieschets
  • Aanleiding
  • Anekdote

Slide 28 - Slide

Kern
  • Deelonderwerpen
  • Hoofdgedachte
  • Vaak meerdere alinea's  

Slide 29 - Slide

Slot
  • Samenvatting
  • Conclusie
  • Oplossing
  • Antwoord
  • Actie

Slide 30 - Slide

Onderwerp & hoofdgedachte
  • Wat zijn het? Hoe herken je ze? 
  • Elke tekst heeft een onderwerp en een hoofdgedachte

Slide 31 - Slide

Onderwerp
  • Onderwerp geeft in één of enkele woorden aan waar de tekst over gaat
  • Nooit een hele zin
  • Staat vaak in de titel
  • Wordt vaak herhaald in de tekst

Slide 32 - Slide

Hoofdgedachte
  • Samenvatting van de tekst in één zin; belangrijkste informatie.
  • Antwoord op de vraag: wat zegt de schrijver over het onderwerp
  • Staat vaak in de inleiding
  • Bij langere teksten vaak in het slot

Slide 33 - Slide

Voorbeeld

Slide 34 - Slide

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
Losgeslagen schip bij Wijk aan Zee
B
Schip
C
Gestrand schip
D
Vrachtschip zonder lading

Slide 35 - Quiz

Wat is de hoofdgedachte?

Slide 36 - Open question

Leesstrategieën
  • Oriënterend lezen (bruikbaar?)
  • Globaal lezen (hoofdzaken)
  • Zoekend lezen (specifiek)
  • Intensief lezen (volledig)
  • Studerend lezen (tekstbegrip)
  • Kritisch lezen (betrouwbaarheid)

Slide 37 - Slide

Welke leesstrategie?
Je leest een column en vraagt je af of je het er mee eens bent?
A
Globaal lezen
B
Intensief lezen
C
Zoekend lezen
D
Kritisch lezen

Slide 38 - Quiz

Welke leesstrategie?
Je moet een verslag maken voor school en ziet een mogelijk goed artikel
A
Globaal lezen
B
Studerend lezen
C
Zoekend lezen
D
Oriënterend lezen

Slide 39 - Quiz

Welke leesstrategie?
Je gaat op vakantie en wilt weten wat er te doen is.
A
Globaal lezen
B
Studerend lezen
C
Zoekend lezen
D
Oriënterend lezen

Slide 40 - Quiz

Tekstdoelen
Informeren
Amuseren
Overtuigen
Activeren
Instrueren

Slide 41 - Slide

Tekstdoel en tekstsoort
  1. Amuseren, amuserende tekst
  2. Informeren, Informerende tekst
  3. Overhalen, overhalende tekst
  4. Instrueren, instruerende tekst
  5. Overtuigen, overtuigende tekst

Tekstvorm
  1. stripboek, roman
  2. Krantenartikel
  3. reclame
  4. recept, handleiding
  5. opiniestuk, review, recensie

Slide 42 - Slide

Wat is het tekstdoel van een column?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 43 - Quiz

Wat is het tekstdoel van een bijsluiter?
A
Amuseren
B
Instrueren
C
Informeren
D
Overtuigen

Slide 44 - Quiz

Wat is het tekstdoel van een gedicht?
A
Overhalen
B
Amuseren
C
Informeren
D
Instrueren

Slide 45 - Quiz

Slide 46 - Video

Slide 47 - Video

Opdracht
Lees het artikel op je laptop. 

https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/nederland/artikel/5375613/mbo-studenten-opleiding-175-miljoen-investering-dijkgraaf

Beantwoord de vragen op de volgende sheet 
timer
6:00

Slide 48 - Slide

Wat was het onderwerp, tekstdoel en tekstsoort?

Slide 49 - Open question

Waarom moet je dit weten?
- dan kan je het juiste antwoord geven als je vragen krijgt over een tekstdoel en tekstsoort op het examen

- dan weet je wat voor taal je moet gebruiken als je zelf een tekstsoort moet schrijven op het examen

Slide 50 - Slide

Besproken:
  • Indeling teksten
  • Hoofdgedachte
  • Onderwerp
  • Tekstsoort
  • Tekstdoel
  • Leesstrategie
  • Globaal lezen
  • Verkennend lezen
  • Intensief lezen
  • Zoekend lezen

Slide 51 - Slide

Wat vond je minder goed aan deze les?

Slide 52 - Open question

Wat vond je goed aandeze les?

Slide 53 - Open question

Slide 54 - Video