Leerstrategieen en plannen N3

Leerstrategie en planning
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 2

This lesson contains 26 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Leerstrategie en planning

Slide 1 - Slide

Wat doen we in deze lessen?
Welke leerstrategie pas ik toe? 
Hoe kan ik goed leren?
Hoe kan ik me beter concentreren?
Hoe kan ik hoofd- en bijzaken van elkaar onderscheiden? 
Hoe hou ik overzicht over mijn taken?
 Hoe zorg ik voor een goede planning? 
En zorg ik dat ik me aan deze planning houd?


Zoveel mogelijk individueel of in kleine groepjes. Iedereen heeft andere leervragen. 
Agenda altijd meenemen! 

Slide 2 - Slide

Effectieve leerstrategie: flashcards
Waarom zijn ze zo effectief? 

Actief leren: Flashcards dwingen je om actief met de leerstof bezig te zijn. Door zelf de vragen en antwoorden op te schrijven, verwerk je de informatie beter.
Herhaling: Flashcards maken het gemakkelijk om regelmatig te herhalen zo komt dit uiteindelijk in je langetermijngeheugen terecht.
Zelfcontrole: Ze stellen je in staat om jezelf te overhoren en direct feedback te krijgen over wat je al weet en wat je nog moet leren.
Efficiëntie: Je kunt je tijd efficiënter indelen door je te concentreren op de kaartjes die je nog niet goed kent, terwijl je de kaartjes die je al beheerst minder vaak herhaalt.
Visueel: Tekeningen, kleuren en diagrammen maken het leren leuker en effectiever maakt.
Flexibiliteit: Ze kunnen voor verschillende vakken en onderwerpen worden gebruikt, van woordenschat tot complexere zaken.  concepten.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Opdracht
Jullie hebben straks een les biologie. In deze les wordt veel stof van leerjaar 1 herhaald. Dit gaat met name over biomoleculen. 

Maak minstens 10 flashcards over deze lesstof. 

Slide 5 - Slide

Planning
Hoe plan je het beste? 

Slide 6 - Slide

GROW
Goal
Reality
Options
Way forward

Slide 7 - Slide

GOAL
Hoe ziet jouw ideale (school)jaar eruit? 

Slide 8 - Slide

Reality

Waar liep je vorig jaar tegenaan? 
Wat ging goed en wat ging niet goed? 

Slide 9 - Slide

Options
Op welke manier kun je ervoor zorgen dat je je 'Goal' bereikt?
Alle opties mogen, alles kan. Denk vooral in mogelijkheden en niet in onmogelijkheden. 
Je hoeft ook geen optie uit te kiezen.  

Slide 10 - Slide

Way forward
Hoe ga je het aanpakken?

Slide 11 - Slide

Lees de tekst op de volgende pagina

Slide 12 - Slide

Een krant is beter dan een weekblad. Het strand is een betere plek dan de straat. Eerst kan men beter rennen dan lopen. Je moet het wellicht een aantal keren proberen. Het vraagt wat handigheid maar het is gemakkelijk te leren. Wanneer je eenmaal succes hebt, treden er nauwelijks nog complicaties op. Vogels komen zelden te dichtbij. 

Slide 13 - Slide

De tekst zonder titel had waarschijnlijk geen samenhang. 

Volgende week zou je niets meer weten van de tekst. 

Door de titel wordt je voorkennis geactiveerd en lukt het wel om de tekst langer te onthouden

Slide 14 - Slide

Het maken en oplaten van een vlieger
Een krant is beter dan een weekblad. Het strand is een betere plek dan de straat. Eerst kan men beter rennen dan lopen. Je moet het wellicht een aantal keren proberen. Het vraagt wat handigheid maar het is gemakkelijk te leren. Wanneer je eenmaal succes hebt, treden er nauwelijks nog complicaties op. Vogels komen zelden te dichtbij. 

Slide 15 - Slide

Nog een opdracht
  • Onthoud zoveel mogelijk lettercombinaties uit het onderstaande kader. 
  • Je krijgt 30 seconden de tijd.

AUB – PHF – OMG
PXJ – KZQ – VGT
VXW – ILZ – BDU 

Slide 16 - Slide

Noteer nu alle lettercombinaties die je je herinnert.

Slide 17 - Slide

AUB en OMG hebben we de meeste studenten waarschijnlijk wel opgeschreven. Hoe komt dat?
Woorden die je al kent, onthoud je beter en ook sneller. 
Dus leren heeft niet alleen zin voor de volgende toets, maar zal er ook voor zorgen dat je later sneller en beter nieuwe dingen kunt bijleren. Dit heeft te maken met de drie verschillende geheugens.

Slide 18 - Slide

Soorten geheugens
Zintuigelijk geheugen: de informatie en prikkels uit je omgeving die je opslaat. Dit is afleiding, dus zorg voor zo min mogelijk prikkels.

Werkgeheugen: gaat aan de slag met de informatie die je zintuigelijk geheugen selecteerde, maar is beperkt. Tot 20 seconden kun je een aantal elementen vasthouden. Als je er niets mee doet, ben je de informatie kwijt. 

Langetermijngeheugen: alles wat je weet, kan en mee hebt gemaakt. Het is ongelimiteerd en je weet vaak niet eens dat je deze (voor)kennis hebt. Hoe meer voorkennis, hoe makkelijker het wordt nieuwe informatie te verwerken. Dit noemen we leren.

Slide 19 - Slide

Nog een voorbeeld:

Je moet een nieuw telefoonnummer onthouden: 06-1945121

Je voorkennis (1945, Tweede Wereldoorlog) zorgt ervoor dat je dit nummer sneller en beter onthoudt.

 

Slide 20 - Slide

Onderzoek wijst uit dat we niet altijd efficiënte leerstrategieën gebruiken.

Sterker nog: de meest populaire leer-strategieën zijn niet de meest efficiënte.

 

Slide 21 - Slide

Opdracht 
Onderzoek leerstrategieën 

Slide 22 - Slide

Effectieve leer strategieën 
  1. Zelftesten met flashcards
  2. Zelftesten met braindumps
  3. Herhalen door jezelf vragen te stellen
  4. Herhalen door te tekenen
  5. Herhalen door uit te leggen
  6. Herhalen door te mappen
  7. Herhalen door samen te vatten in eigen woorden 
  8. Oefenen met door middel van uitgewerkte (praktijk)voorbeelden
  9. Studeer gespreid over de dag/week
  10. Leerdoelen stellen (duidelijk en haalbaar)
  11. Reflecteer regelmatig op wat goed ging en wat niet en pas zo nodig aan. 

Slide 23 - Slide

Het herlezen of samenvatten van een tekst werken niet echt.

 Wat werkt wel?

Bijvoorbeeld flash cards en zelftesten

Slide 24 - Slide

Het herlezen of samenvatten van een tekst werken niet echt.
Wat werkt nog meer niet
  • Herhaaldelijk doorlezen. 
  • Markeren van tekst
  • Samenvattingen schrijven (behalve dan in je eigen woorden!)
  • Laat leren/uitstellen (Dit leidt vaak tot oppervlakkig leren en stress, en is niet bevorderlijk voor het langdurig onthouden van de stof).

Slide 25 - Slide

Opdracht
Pak je blaadje er weer bij en kijk of er leerstrategieën zijn die jij toepast, maar die toch minder effectief blijken te zijn. 
Zet dan een - in de laatste kolom. 

Als er leerstrategieën zijn die juist wel effectief zijn,   
zet dan een +. 

Slide 26 - Slide