19 novembre les vacances idéales

Important!
1) Telefoons in de telefoonbak
2) Moet je nog...
Naar het toilet
Waterflesje vullen
Doe het dan nu. Er is geen pauze tussendoor.
1 / 21
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Important!
1) Telefoons in de telefoonbak
2) Moet je nog...
Naar het toilet
Waterflesje vullen
Doe het dan nu. Er is geen pauze tussendoor.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Gedragsregels voor een rustig klimaat waarin geleerd kan worden

1 Telefoons in de telefoonbak 
2) Je zit op een vaste plaats
3) Iedereen is aan het werk. Niets doen is geen optie.
4) Begrijp je iets niet --> ik verwacht dat je mijn hulp vraagt
5) Iedereen concentreert zich op de lesstof 

6) Stel je een vraag, dan gaat die
vraag over de lesstof.
7) Boeken heb je aan het begin van de les bij je. Daar hoort ook een schrift bij. 
8) De pauze zorgt voor te veel onrust. Daarom is er geen pauze meer in het blokuur. Er zijn leerlingen die zich wel aan de 5 minuten houden. Voor jullie is het heel jammer. Maar dit besluit geldt voor iedereen. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Gedragsregels voor een rustig klimaat waarin geleerd kan worden

Lukt dit je niet, dan...

- Waarschuw ik je 1 x
- Waarschuw ik je een 2e keer en zet ik je apart
- Waarschuw ik je een 3e keer en ga je op het Leerplein verder werken. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Bonjour à tous et toutes!
Le sujet d'aujourd'hui
est.............................

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Ce qu'on va faire
- vertellen over een ideale vakantie
- vertellen wat je gedaan hebt tijdens die ideale vakantie
- herhalen van het bijv. naamwoord

Comment on va faire ça:
- kennismaken met opdracht
- herhalen passé composé
- bespreken hoe je ''in'' zegt bij steden en landen




- vertellen over jouw ideale vakantie
- raden in welk land jouw buur op vakantie is geweest
Objectifs:
-fantasie gebruiken
- steekwoorden opschrijven
- praten met de passé composé

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

L'objectif final: raconter tes vacances idéales
1 Je kunt vertellen over jouw vakantie 
2... in een land waar je heeeeel graag naartoe wilt
3 ... en je doet alsof je er al geweest bent


Slide 6 - Slide

Lees de vragen eens:

1) in welke werkwoordtijd staan de vragen?
2) en over welke tijd gaat dat? heden of verleden?
3) dus je gaat doen alsof je je droomvakantie al gehad hebt en daar heel enthousiast over vertelt
Tu vas parler de tes vacances idéales
Noteer 3 favoriete landen. Schrijf voor 1 land op:
-1 combien de temps es-tu parti(e)?
-2 avec qui?
-3 qu'est-ce que tu as fait? --> 3 activités
- 4 le temps qu'il faisait

--> à faire: schrijf voor 1 t/m 4 korte antwoorden voor op. In steekwoorden Hulp: woordenboek / docent. Werk alleen.

timer
4:00

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Répetition: passé composé. 
= avoir / être + voltooid deelwoord
--> J'ai dansé et chanté 

'' Nous (choisir) de visister Miami aux États-Unis. Là
nous (marcher) sur la plage. En outre, nous  (nager) dans la mer. Malheureusement, je (perdre) mon portable. La nuit, mes soeurs  
(sortir) pour aller danser. ''


Exercice 1: zet alle werkwoorden in de passé composé

Fini? 
Exercice 2: beantwoord de volgende vragen:
-wat is de ''ik'' kwijtgeraakt?
-wat hebben de zussen gedaan?
-wanneer hebben de zussen dat gedaan?

timer
4:00

Slide 8 - Slide

Stap 1 vaststellen welke werkwoordsoorten we gisteren besproken hebben (voorkennis)

Stap 2 voorkennis activeren (mondeling); in tweetallen en daarna de zinnen in de passé composé zetten
2) Jeu de rôle pour parler des vacances
Rol 1: meisje met de regenboogtrui
Rol 2: vrouw met de muts 

Beantwoord de vragen in de ''je-vorm''.
1) Où es-tu allé(e) pendant tes vacances?         1) noem land + stad
(regarde bien la photo)                  
2 Avec qui?                                                                        2) noem familieleden
3 Qu'est ce que tu as fait?                                          3) bijv.: visiter des musées

Slide 9 - Slide

Rollenspel met als doel: te oefenen met het spontaan maken van zinnen over vakantie

Instructie:
1) Context bij geven: familiefoto. Moeder met 2 kinderen. + haar eigen ouders, dus de grootouders van de twee kinderen



3) Dire  "in'' en français
De familie op de foto is ... 
...in Duitsland
...in Berlijn 

-->Comment dire in?

Étape 1) Hoe heb jij dat net gezegd in het mondeling
Étape 2) uitleg (volgende dia)

Slide 10 - Slide

uitleg op het bord:

Steden) à + stad 
                à + Marseille/Berlin/
Landen) au + mannelijk land
                 en + vrouwelijk land
3 Dire ''in'' en français
Steden of dorpen: altijd à 
In Leeuwarden = à Leeuwarden. In Stiens = ... Stiens ? ?

Landen: hangt af van het getal en het geslacht  van het land
1) Je suis allé(e)  ....... Allemagne (v)
2) Je suis allé(e) ...... France (v)
3 Nous sommes allés ...... Portugal (m)
4 Elle est allée..... États-Unis (meervoud)

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Les activités
-1) noteer 4 activiteiten (die je 
in jouw favoriete land kunt doen)

Visiter un musée / des musées
Nager*
Faire de la plongée sous-marine*
Faire du shopping
Camper
Faire de la voile*
Profiter de la vue*
Aller en boîte*
Surfer
Faire de la randonnée
Prendre une verre*
Faire de l'escalade*
Aller au marché aux puces
Manger au restaurant
Faire du rafting
Faire du vélo (j'ai fait)
Prendre des photos (j'ai pris)*



timer
4:00

Slide 12 - Slide

In tweetallen proberen te bedenken/raden wat de woorden met een sterretje betekenen.

Stap 2: bespreek nog eens twee minuten de overige standaardzinnen. Welke komen jullie niet uit?

Stap 3: kies 5 activiteiten die jij tijdens jouw jouw droomvakantie hebt gedaan 
1) Cet été, je suis allé(e)...





activités: je...

1 visiter des fjords 
 2profiter de la vue
3 faire de la randonnée

2) Cet été, je suis allé(e)...





activités: je...

1)  aller au marché aux puces
2)  prendre une verre
3 aller en boîte


timer
2:00

Slide 13 - Slide

Opdracht: spreken met voorgegeven inhoud.

Ronde 1: beide leerlingen dienen...
1) te vertellen in welk land/stad ze geweest zijn
2) in de passé composé te vertellen over de activiteiten.
Hoe: zonder vooraf geschreven hulp. Dit moet aardig vlot gaan. 


Préparer tes vacances idéales
Noteer 3 favoriete landen. Schrijf voor 1 land op:
-1 combien de temps es-tu parti(e)?
-2 avec qui?
(noem vriendenkring, familieleden)
-3 qu'est-ce que tu as fait? --> 3 activités
- 4 le temps qu'il faisait

Hulp: verzamelde activiteiten / woordenboek / docent. Je werkt alleen. 

timer
4:00

Slide 14 - Slide

Benadruk hier dat het géén sschrijfopdracht is. De zinnen moeten kort zijn, bruikbaar voor mondeling gebruik.
Raconter tes vacances idéales
À faire: raconter tes vacances idéales
inhoud: combien de temps / avec qui / les activités / le temps

Étapes:
1 vertel jouw buur jouw top 3; jouw buur noteert deze landen
2 beschrijf vervolgens jouw ideale vakantie
3 jouw buur raadt welk land je beschreven hebt
4 vervolgens wisselen jullie van rol
timer
6:00

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Le bijvoeglijk naamwoord: répétition
Cherche le bijvoeglijk naamwoord (adjectif) dans les exemples


Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Le bijvoeglijk naamwoord: introduction
Pak het ''fiche'' met de exercices erbij. We gaan ''étape 1'' klassikaal doen.

Mais avant de commencer: 2 exemples. 
Quel mot est le bijvoeglijk naamwoord dans les phrases ci-dessous:

1) J'ai acheté une jupe plissée pour le bal à l'école
2) Nous avons regardé un documentaire intéressante à la télé

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

1) Wat kun je met een bijvoeglijk naamwoord?
--> ''une série intéressante''
 
2) Waar staat het bijvoeglijk naamwoord meestal in de zin? Op welke plaats?

3) Welke bijvoeglijke naamwoorden zijn een uitzondering op de regel uit vraag 2 en staan dus op een andere plaats in de zin?


4) Wat gebeurt er met een bijvoeglijk naamwoord als het bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord hoort?

5) Un grand appartement --> une .... maison (vrouwelijk!)
6) Une femme mystérieuse --. ‘’des femmes …. (vrouwelijk meervoud!)

Slide 18 - Slide

We lopen ze even allemaal bij langs. 

Étape 2: het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats zetten
1. (grande, moderne) Elle habite dans une ___________________ maison _______________
2. (curieuse) Elle est une ____________________ fille _______________________
3. (mauvaise) Mon chat est de _____________________ humeur ______________________
4. (grands, bleus) Mes frères ont de _______________________ yeux ____________________
5. (classique, vieil) C’est un _______________________ immeuble ______________________

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Les bijvoeglijke naamwoorden devant le nom:
Bon (bonne) / beau (belle) / joli / haut / long (longue) / petit / jeune / vaste / grand (grande) / mauvais/ méchant  / vilain / gros (grosse) / gentil (gentille) 

--> Une jeune actrice française
--> Ils trouvent que ma soeur est une jolie fille

Slide 20 - Slide

hoeveel bijv nw in voorbeeldzin 1?
Faire étape 3 et 4 de la fiche
Wat ga je doen: étape 3 en 4 maken van het ''fiche'' met exercices

Étape 3: Controleren of het bijvoeglijk naamwoord in elke zin op de juiste plaats staat. Dus: meestal achter het zelfstandig naamwoord.

Étape 4: controleer of de vorm van het bijvoeglijk naamwoord klopt. 
Let op getal en geslacht van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.

Fini? Leesvaardigheid DELF A2 (vanaf p.45)
timer
8:00

Slide 21 - Slide

This item has no instructions