Niet altijd terug te zien in het uiterlijk van een organismen.
Slide 3 - Slide
Fenotype = uiterlijk
Slide 4 - Slide
DNA:
Verzameling van erfelijke informatie
Samengesteld uit DNA van je moeder en je vader
DNA maakt je uniek!
Van groot naar klein:
Cel -> celkern -> chromosomen -> DNA
Je hebt in alle cellen in je lichaam dezelfde DNA (erfelijke informatie)
Slide 5 - Slide
DNA en misdaad
In elke cel zit hetzelfde DNA
Waar bestaat DNA uit?
Slide 6 - Slide
DNA en genen
- DNA bestaat uit verschillende stukjes genen.
- Gen = een stukje DNA, met informatie voor 1 specifieke erfelijke eigenschap.
- Bijvoorbeeld: haarkleur, oogkleur, bloedgroep, etc.
Slide 7 - Slide
Bouw DNA
Veel genen, dus je DNA is erg lang. Al dit lange DNA moet in je celkern passen.
Hoe gebeurt dit?:
DNA wordt opgerold in chromosomen !
Slide 8 - Slide
Chromosomen:
Alle cellen in het menselijk lichaam (lichaamscellen) hebben 46 chromosomen.
De chromosomen komen terug in paren -> 23 chromosoomparen
1 paar is afkomstig van de moeder, 1 paar afkomstig van de vader.
Elke chromosomenpaar heeft dezelfde genen. (info over een bepaald eigenschap)
Ze staan op dezelfde volgorde op de chromosoom
Chromosomenportret= Karyogram
Slide 9 - Slide
= Karyogram
Slide 10 - Slide
Chromosoomparen:
De eerste 22 chromosoomparen lijken op elkaar en bevatten dezelfde genen Het 23ste paar is dat bij de helft van de bevolking niet! 23ste paar = geslachtschromosomen XX of XY
Slide 11 - Slide
= Karyogram
= Geslachtschromosomen
Slide 12 - Slide
XX en XY
Vrouw: XX, chromosomen hebben dezelfde afmeting en bevatten dezelfde informatie