What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen
4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen
Bonusdag!
1 / 26
next
Slide 1:
Slide
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
This lesson contains
26 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
3 videos
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen
Bonusdag!
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je kent het verschil tussen sociale- en regionale ongelijkheid.
Je kent het verschil tussen de formele- en informele sector
Je kan uitleggen hoe je die begrippen kunt gebruiken bij het bepalen van rijkdom van een gebied
Je kunt gegegevens over de beroepsbevolking bepalen of een land arm of rijk is.
Slide 2 - Slide
Wanneer je kijkt naar de rijkdom van een land op basis van wat er verdiend wordt, kijk je naar:
A
Welvaart
B
Welzijn
Slide 3 - Quiz
Hans voelt zich goed, hij is gezond, kan naar school en heeft elke dag voldoende te eten: dit gaat over:
A
Welvaart
B
Welzijn
Slide 4 - Quiz
Wat is het BBP/hoofd?
Noteer de afkorting en wat het betekend.
Slide 5 - Open question
Je kunt de wereld indelen in drie groepen. Sleep de landen naar de juiste groepen. Bij elke groep komen twee landen te staan.
Koplopers
Volgers
Achterblijvers
Landen:
Brazilië, Rusland, India, China
Veel Afrikaanse landen
Japan, VS, Spanje
Slide 6 - Drag question
Slide 7 - Video
Informele sector
In veel arme landen werken mensen in de informele sector:
Hun werk is niet geregistreerd: niet officieel
Hun inkomsten wisselen van dag tot dag
Bij ziekte krijgen ze geen uitkering (geld van de overheid)
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Formele sector
Hiermee bedoelen we alle geregistreerde banen.
Mensen hebben een vast inkomen
Ze betalen belasting en krijgen elke maand hetzelfde loon.
Slide 10 - Slide
Noem minimaal 2 banen in de informele sector.
Slide 11 - Open question
Noem twee banen in de formele sector.
Slide 12 - Open question
Noem een kenmerk van werken in de informele sector.
Slide 13 - Open question
Noem een kenmerk van werken in de formele sector.
Slide 14 - Open question
4.3 Ongelijkheid (Deel 2)
Slide 15 - Slide
Leerdoelen
Je kent het verschil tussen sociale- en regionale ongelijkheid.
Je kent het verschil tussen de formele- en informele sector
Je kan uitleggen hoe je die begrippen kunt gebruiken bij het bepalen van rijkdom van een gebied
Je kunt gegegevens over de beroepsbevolking bepalen of een land arm of rijk is.
Slide 16 - Slide
Sociale ongelijkheid
Grote verschillen in arm en rijk tussen groepen mensen.
Slide 17 - Slide
Regionale ongelijkheid
Verschillen tussen mensen in wijken met hoog inkomen en wijken met mensen met laag inkomen
verschillen in inkomen tussen mensen in steden en platteland
Slide 18 - Slide
Welk gevolgen hebben deze verschillen binnen een land?
Slide 19 - Open question
Slide 20 - Video
Waardoor komen deze verschillen niet voor in Nederland?
Slide 21 - Open question
Regionale ongelijkheid
Informele sector
Sociale ongelijkheid
Formele sector
Officiële deel van de economie. Hier wordt belasting over betaald.
Grote verschillen in inkomen tussen groepen mensen
Niet officiële economie. Ook wel scharreleconomie genoemd.
Grote verschillen in ontwikkelingsgraad binnen een land.
Slide 22 - Drag question
Wat is regionale ongelijkheid?
A
Iedereen verdient evenveel
B
Verschil in welvaart tussen mensen.
C
Verschillen in welvaart tussen het ene en het andere gebied
D
Ik weet het antwoord niet
Slide 23 - Quiz
Is er in Nederland veel of weinig regionale ongelijkheid?
A
Veel
B
Weinig
Slide 24 - Quiz
Beroepsbevolking van landen kun je verdelen in drie groepen:
- Diensten
- Industrie
- Landbouw
Regel: hoe armer het land, hoe groter het aandeel van de primaire sector in de beroepsbevolking.
Bij de volgers werken veel mensen in de industrie
Bij de achterblijvers werken veel mensen in de landbouw
Bij de koplopers werken veel mensen in de diensten
De beroepsbevolking zijn alle mensen die tegen een betaling werken.
De werklozen horen ook bij deze groep.
Slide 25 - Slide
Aan de slag
Maken paragraaf 4.3
Maken boxopdracht 4.2
Slide 26 - Slide
More lessons like this
4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen
September 2024
- Lesson with
25 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen
March 2024
- Lesson with
26 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
4.3 ongelijkheid 1mavo
June 2024
- Lesson with
15 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
4.3 Ongelijkheid
June 2024
- Lesson with
14 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen
May 2023
- Lesson with
18 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen
May 2022
- Lesson with
30 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen
April 2022
- Lesson with
30 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen
May 2022
- Lesson with
32 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1